menu

Stralingsbewustzijn en de uitrol van 5G 

Deel 1: Geschiedenis tot 2000 in kaart gebracht  

Vanaf 1994 deed in Nederland de mobiele (digitale) telefoon zijn intrede (2G). In de jaren die volgden kwamen de de eerste geluiden aan de oppervlakte waarin gewag gemaakt werd van gezondheidsricico's, vanwege de toepassing van hoogfrequente elektromagmitische straling. Omdat de overheid verantwoordelijk is voor de bescherming van mensen zag zij zich genoodzaakt adviezen in te winnen bij de Gezondheidsraad en het RIVM om beleid te kunnen voeren. Opmerkelijk is dat slechts één aspect van straling serieus werd genomen: fysieke opwarming van het menselijk lichaam. Onderzoeken die wezen op biologische schade werden als onbetrouwbaar en onbewezen aan de kant gezet.


Inhoudsopgave Deel 1: overzicht tot het jaar 2010

De Gezondheidsraad over stralingrisico's

28 januari 1997

Radiofrequente elektromagnetische velden (300 Hz - 300 GHz)

Steeds meer worden mensen blootgesteld aan elektromagnetische velden in het radio-frequente gebied. Voorbeelden van bronnen zijn radio- en televisiezenders, draagbare telefoons en radarinstallaties. Onder bepaalde omstandigheden kan een dergelijke blootstelling negatieve gevolgen voor de gezondheid hebben. Het in acht nemen van blootstellingslimieten zorgt ervoor dat de kans daarop klein is. In dit advies beveelt een commissie van de Gezondheidsraad limieten aan voor blootstelling onder verschillende omstandigheden. Het is een actualisering van een advies van de Gezondheidsraad uit 1975 over dit onderwerp.

Passage uit de begeleidende brief aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, geschreven door Prof. dr JA Knottnerus:
"De aanbevelingen van de commissie zijn voor frequenties hoger dan 10 MHz gebaseerd op thermische effecten. Er zijn in de literatuur ook niet-thermische effecten gerapporteeerd, zoals directe schade aan het erfelijk materiaal. De commissie geeft echter aan dat de resultaten van deze onderzoeken niet voldoende betrouwbaar zijn om daarop blootstellingslimiten te kunnen baseren. Er vindt thans nader onderzoek plaats naar deze effecten en hun betekenis voor de gezondheid. Mochten de resultaten van dat onderzoek daartoe aanleiding geven, dan zal de Gezondheidsraad zijn huidige aanbevelingen opnieuw in overweging nemen."

De Gezondheidsraad over GSM-basisstations

29 juni 2000

Mobiele telecommunicatie heeft de afgelopen jaren een enorme ontwikkeling doorgemaakt. De snelle verspreiding in de maatschappij heeft, behalve tot vele praktische voordelen die aan het gebruik verbonden zijn, ook geleid tot vragen over mogelijk voor de gezondheid nadelige gevolgen van blootstelling aan de elektromagnetische velden die gebruikt worden voor het draadloos communiceren. Dergelijke vragen leven vooral bij veel mensen die geconfronteerd werden met de plaatsing van een basisstation in hun woonomgeving.

De commissie handhaaft de op thermische effecten gebaseerde blootstellingslimieten zoals voorgesteld in het in 1997 uitgebrachte advies Radiofrequente elektromagnetische velden (300 Hz – 300 GHz). Niet-thermische effecten bieden geen wetenschappelijke basis voor het vaststellen van blootstellingslimieten. De bewindslieden vragen echter of er aanleiding is om door middel van toepassing van het voorzorgsbeginsel de blootstellingslimieten op een lager niveau vast te stellen dan de waarden die op grond van thermische effecten zijn voorgesteld. De commissie heeft deze vraag pragmatisch benaderd door te onderzoeken of er voor niet-thermische effecten een redelijk vermoeden is van een gezondheidsrisico. Zij vindt dat dit voor geen van de drie in het advies behandelde categorieën niet-thermische effecten – biologische effecten, carcinogenese en aspecifieke klachten – het geval is. Het antwoord op de vraag van de bewindslieden is daarom negatief.

Gezondheidseffecten van blootstelling aan radiofrequente elektromagnetische velden: Aanbevelingen voor onderzoek

4 februari 2003

Mobiele telefoons en GSM-basisstations zijn in Nederland alom tegenwoordig. De straling van deze telefoonsystemen is niet direct schadelijk voor de gezondheid, schreef de Gezondheidsraad in eerdere adviezen. Over de eventuele lange-termijn-effecten was in de beginjaren van de mobiele telefonie echter nog weinig te zeggen. Vandaag presenteert de Commissie Elektromagnetische Velden van de raad voorstellen voor wetenschappelijk onderzoek naar eventuele later optredende gezondheidseffecten van blootstelling aan elektromagnetische velden.

Link naar betreffend rapport blijkt niet te werken.


Elektromagnetische velden: Jaarbericht 2003

15 januari 2004

Recent onderzoek geeft geen nieuwe aanwijzingen dat mobiele telefoons gezondheidsschade kunnen veroorzaken. Ook is niet aangetoond dat het nieuwe communicatiesysteem C2000, gebruikt door hulpdiensten, gevaar voor de gezondheid oplevert. Eerdere gegevens over een mogelijke relatie tussen blootstelling aan velden afkomstig van hoogspanningslijnen werden bevestigd. Dit concludeert de Gezondheidsraad in zijn Jaarbericht 2003 over elektromagnetische velden. In het jaarbericht wordt nieuw onderzoek beoordeeld op wetenschappelijke waarde. In de verslagperiode blijkt veel onderzoek waarin geclaimd wordt dat blootstelling tot schade leidt niet deugdelijk te zijn uitgevoerd.


Gezondheidseffecten van blootstelling aan radiofrequente elektromagnetische velden - Probleemanalyse niet-ioniserende straling

12 oktober 2004

Het is onbekend of en zo ja hoe blootstelling aan radiofrequente velden tot subjectieve gezondheidseffecten zoals hoofdpijn kan leiden. Ook ontbreekt er een systematisch overzicht van alle bronnen in Nederland en hun bijdragen aan de totale blootstelling. Radiofrequente velden worden bijvoorbeeld veroorzaakt door diverse communicatiezenders zoals gebruikt voor mobiele telefonie en omroep. Er bestaat bezorgdheid onder de bevolking over mogelijke gezondheidseffecten en onbekendheid met dergelijke velden. Het eerste deel van het rapport gaat over wat er internationaal over radiofrequente velden en gezondheidseffecten bekend is. Het tweede deel geeft een overzicht van de Nederlandse situatie voor drie groepen bronnen: communicatie-apparatuur, huishoudelijke apparatuur en gebruiks-artikelen en ten slotte detectie-apparatuur. Als de blootstelling beneden de grenzen in de Europese aanbeveling blijft, dan komen bepaalde kortetermijneffecten niet voor. Het gaat dan om effecten zoals verhoging van de lichaamstemperatuur en het onwillekeurig samentrekken van spieren, die het gevolg zijn van opwarming en in het lichaam opgewekte stromen.

Sommige mensen claimen aspecifieke effecten zoals slaapstoornissen en een gevoel van malaise of subjectieve effecten zoals hoofdpijn. Om de blootstelling in te schatten en de bevolking te informeren, is een openbaar overzicht van de locaties en kenmerken van radiofrequente bronnen nodig. Het is aan te bevelen om bronnen die met hoog vermogen kunnen zenden, zoals AM-zenders en apparatuur van zendamateurs, in de gaten te houden. Dat geldt ook voor nieuwe bronnen zoals UMTS-basisstations en WiFi-zenders en bronnen met hoge piekvermogens zoals anti-diefstalpoortjes en elektronische streepjescodelezers. Zenders met sterk gepulste signalen verdienen aandacht vanwege de mogelijkheid dat hier mechanismen een rol spelen die niet met opwarming te maken hebben.

De overheid is samen met de andere professioneel betrokkenen verantwoordelijk voor de bescherming van mensen tegen de mogelijk nadelige gevolgen voor hun gezondheid, als ze aan radiofrequente elektromagnetische velden worden blootgesteld. Er bestaat bezorgdheid over en onbekendheid met dergelijke velden onder de bevolking. Daarom is er behoefte aan twee soorten gegevens. Aan de ene kant is het nodig om te weten of blootstelling aan deze velden werkelijk tot effecten leidt en aan de andere kant of de blootstelling in de praktijk zo hoog is dat deze effecten ook werkelijk voor kunnen komen. RIVM heeft de beschikbare kennis verzameld en in dit rapport overzichtelijk weergegeven.

Elektromagnetische velden en gezondheid

15 november 2007

Blootstelling aan de elektromagnetische velden veroorzaakt door mobiele telefoons en antennes staat nog steeds in de belangstelling. Voortdurend verschijnen nieuwe wetenschappelijke publicaties over dit onderwerp. De minister van VROM heeft de Gezondheidsraad verzocht om, vooruitlopend op een uitgebreidere analyse, een beknopte eerste reactie te geven op drie wetenschappelijke publicaties die in het maatschappelijke debat vaak naar voren komen en om aan te geven of naar verwachting de resultaten van deze onderzoeken aanleiding zullen geven om eerdere conclusies met betrekking tot de mogelijke gezondheidseffecten van mobiele telefonie bij te stellen. In een briefadvies aan de minister van VROM geeft de vice-voorzitter van de raad het antwoord dat de commissie Elektromagnetische velden op deze vragen heeft geformuleerd.

Samenvattend komt de commissie, op basis van een eerste beknopte analyse van de genoemde vier artikelen in combinatie met de reeds eerder door de commissie besproken literatuur, tot de voorlopige conclusie dat de resultaten van de vier onderzoeken geen aanleiding geven om haar standpunten te herzien. De commissie handhaaft haar conclusie dat tot nu toe geen oorzakelijk verband tussen gezondheidsproblemen en blootstelling aan de elektromagnetische velden afkomstig van mobiele telefoons of basisstations voor mobiele telefonie is aangetoond. Wel vindt de commissie dat nader wetenschappelijk onderzoek naar dergelijke verbanden nog steeds gerechtvaardigd is. Zij heeft in 2006 dat onderzoek ook aanbevolen voor het onderzoeksprogramma Elektromagnetische velden en gezondheid dat mede door uw ministerie wordt gefinancierd.