Barok
1600 - 1750
Inhoudsopgave
(Zie voor overzicht componisten in het rechtermenu)
Artikel in de Euritmie-Muziek-Theaterkrant
Inleiding
In de muziekgeschiedenis wordt de periode 1600 tot 1750 met de naam Barok aangeduid. Barokmuziek is een revolte tegen polyfonie, die aanleiding gaf tot het ontstaan van het begeleid recitatief en de opera, de opkomst van de monodie, onder andere door Monteverdi, tot het sterfjaar van Johann Sebastian Bach. Als stijl was het de opvolger van de renaissancemuziek. Geleidelijk aan maakte de stile antico, de universele polyfone stijl van de 16e eeuw met meestal gewijde muziek, plaats voor de stile moderno of nuove musiche, bedoeld voor seculier gebruik.
De barokmuziek kon in het bijzonder gedijen door de bloeiende muziekcultuur aan de diverse Europese vorstenhoven. Veel rijke hooggeplaatsten hadden musici/componisten in dienst en/of fungeerden als hun mecenas. Veel hoogtijdagen en festiviteiten werden opgeluisterd door speciaal voor die gelegenheid in opdracht gecomponeerde werken. Ook ten behoeve van kerkelijke erediensten werden in het tijdperk van de barok nieuwe muziekvormen ontwikkeld.
Kenmerken van barokmuziek zijn onder andere: monodie op basis van basso continuo; opera's met thema's uit de Griekse en Romeinse mythologie; adellijke dansvormen, waaronder allemande, bourrée, gavotte, menuet en sarabande; sobere bezetting; veel versieringen in de muziek.
Vormen van barokmuziek zijn onder andere: aria, cantate, concerto, fuga, koraalbewerking, opera, partita, passiemuziek, prelude, sinfonia, sonate en suite.
naar boven
Vroege opera
Een opera is een drama waarin monologen, dialogen, decors, handeling en onafgebroken (of vrijwel onafgebroken) muziek met elkaar gecombineerd worden. Hoewel de vroegste werken in het genre dat wij nu opera noemen pas helemaal op het eind van de zestiende eeuw zijn ontstaan, gaat de combinatie van muziek en drama terug tot de oudheid. In elk geval werden de koren en sommige lyrische redes gezongen in de drama's van Euripides en Sofocles. De middeleeuwse lithurgische drama's werden gezongen, en er werd muziek gebruikt, zij het incidenteel, in de religieuze mysterie spelen van de late middeleeuwen. In het theater van de renaissance, waar zoveel tragedies en komedies Griekse voorbeelden imiteerden of daardoor werden geïnspireerd, werden de koren soms gezongen, met name aan het begin of het eind van een akte; verder waren er doorgaans tussen de akten van een komedie of tragedie intermedi of intermezzi (tussenspelen met een pastoraal, allegorisch of mythologisch karakte); bij belangrijke staatsaangelegenheden, zoals vorstelijke huwlijken waren de intermedi overweldigende, met zorg voorbereide en uitgewerkte muzikale producties, met koren, solisten en grote instrumentale ensembles.
In 1600 zette Jacopo Peri (1561-1633) het pastoraal-mythologische toneeldicht Euridice van Ottavio Rinuccini op muziek, dat hetzelfde jaar in het openbaar in Florence werd uitgevoerd in verband met de festiviteiten ter ere van het huwelijk van Henri IV van Frankrijk en Maria de Medici. Giulio Caccini (1551 – 1618) stond erop dat de door hem opgeleide zangers alleen zijn eigen muziek zouden zingen; daarom bestond ongeveer een derde van de uitvoering uit muziek van Caccini. Het volgende jaar publiceerde beide componisten hun eigen versie en deze twee partituren zijn de vroegst bewaard gebleven complete opera's. L'Orfeo, Monteverdi's bekende opera, werd kort daarop, in 1607, opgevoerd.
Tegen het midden van de zeventiende eeuw had de Italiaanse opera in grote lijnen de vorm gekregen die hij zonder wezenlijke veranderingen de volgende tweehonderd jaar zou behouden. De belangrijkste kenmerken van dit genre waren:
- Concentratie op solozang en (lange tijd) betrekkelijke verwaarlozing van ensembles en instrumentale muziek.
- De differentiatie van recitatief en aria.
- De introductie van aparte stijlen en patronen voor de aria's.
[bron: Geschiedenis van de westerse muziek]
Muziekvoorbeelden op YouTube
Achtergrondinformatie bij onderstaande muziekvoorbeelden
- Emilio de'Cavalieri - Dalle piu alte sfere
- Orazio Vecchi - Amfiparnaso - Prologo
- Jacopo Peri & Giulio Caccini - Euridice
- Emilio de' Cavalieri - Rappresentatione di Anima, et di Corpo
- Giulio Caccini - Perfidissimo volto
- Claudio Monteverdi - L'Orfeo
- Claudio Monteverdi - Lamento d'Arianna
- Marco da Gagliano - La Dafne
- Francesca Caccini - La Liberazzione di Ruggiero dall'isola d' Alcina
- Stefano Landi - Sant'Alessio
- Domenico Mazzocchi - La Catena d'Adone
- Luigi Rossi - Orfeo
- Claudio Monteverdi - Il ritorno di Ulisse in Patria
- Claudio Monteverdi - L'incoronazione di Poppea
- Francesco Cavalli - Giasone
- Antonio Cesti - Il Pomo D'Oro
- Antonio Cesti - Orontea
Naar boven
Vocale kamermuziek
Behalve in Venetië, waar hij het middelpunt van het muzikale leven werd, was de opera een buitengewoon gebeuren; het merendeel van de wereldlijke muziek die voor uitvoering door amateurs en professionele musici werd geschreven was kamermuziek, waarvan zang meestal een onderdeel was. De nieuwe monodische idiomen en de basso continuo textuur doordrongen niet alleen de opera maar ook deze muziek. [bron: Geschiedenis van de westerse muziek]
Muziekvoorbeelden op YouTube
Achtergrondinformatie bij onderstaande muziekvoorbeelden
- Giulio Caccini - Udite, udite, amanti
- Claudio Monteverdi - Ohime dov'e il mio ben
- Claudio Monteverdi - Hor che'l ciel e la terra
- Claudio Monteverdi - Il Combattimento di Tancredi e Clorinda
- Antonio Cesti - Intorno all'idol mio
- Sigismondo D'India - Soccorso,ohimè
- Luigi Rossi - Se non corre una speranza
- Giacomo Carissimi - E' bello l'ardire
- Heinrich Albert - Turpe senex miles, turpe senilis amor & Veneris miseras resonare querelas
- Andreas Hammerschmidt - Herr, wie lange willst du mein so gar vergessen
- Nicholas Lanier - No more shall meads
- John Wilson - Take, O take those lips away
- Henry Lawes - A Dialogue on a Kiss
naar boven
Kerkmuziek
Geestelijke muziek werd, hoewel van nature conservatief, even snel en bijna even sterk als de wereldlijke muziek beïnvloed door de vernieuwingen van de laat-zestiende en vroeg-zeventiende eeuw. Monodie, de basso continuo en het concertato-medium werden allemaal gebruikt voor religieuze teksten. Er was uiteraard enige tegenstand tegen de nieuwe stijlen en feitelijk werd in de roomskatholieke kerk polyfonie in de stijl van Palestrina nooit helemaal opgegeven. Voor het midden van de zeventiende eeuw was Palestrina het model bij uitstek geworden voor de kerkelijke stijl. Alle componisten leerden contrapunt te schrijven gebaseerd op de praktijk van Palestrina. Dit werd stile antico genoemd. Er waren derhalve in de hele zeventiende eeuw twee verschillende, tegengestelde benaderingen, één die gericht was op het verleden (stile antico) en één gericht op het heden (stile moderno). Een enkele componist kon beide stijlen toepassen, soms in één stuk. Monteverdi schreef bij voorbeeld zowel in de stile antico als in de stile moderno met hetzelfde meesterschap. In de loop van de tijd werd de oude stijl gemoderniseerd: vaak werd er een basso continuo toegevoegd, de ritmen werden meer regelmatig en de oudere modi maakten geleidelijk plaats voor het majeur-mineur systeen. [bron: Geschiedenis van de westerse muziek]
Muziekvoorbeelden op YouTube
Achtergrondinformatie bij onderstaande muziekvoorbeelden
- Orazio Benevoli - Missa Azzolina
- Heinrich Ignaz Franz Biber - Missa Salisburgensis
- Lodovico Viadana - Sancta Maria
- Claudio Monteverdi - Vespro della Beata Vergine
- Alessandro Grandi - Venetian Christmas Vespers, Magnificat
- Giacomo Carissimi - Jephte
- Heinrich Schütz - Cantiones sacrae quatuor vocum
- Johann Hermann Schein - Israelsbrünnlein
- Heinrich Schütz - Ich liege und schlafe
- Heinrich Schütz - Davids Psalmen
- Heinrich Schütz - Kleine geistliche Konzerte I and II
- Heinrich Schütz - Musikalische Exequien
- Heinrich Schütz - Geistliche Chormusik
- Heinrich Schütz - Symphoniae Sacrae I
- Heinrich Schütz - Saul, Saul, was verfolgst du mich, Symphoniae sacrae 4/5
- Heinrich Schütz - Die sieben Worte Jesu Christi am Kreuz
naar boven
Instrumentale muziek
Instrumentale muziek werd in de eerste helft van de zeventiende eeuw geleidelijk zowel kwantitatief als inhoudelijk de gelijke van vocale muziek. (...) Men kan in de instrumentale muziek van deze periode bepaalde fundamentele benaderingen onderscheiden, die resulteren in bepaalde algemene compositietypes:
- Fugatisch: ééndelige stukken in ononderbroken imitiatief contrapunt. Deze noemde men onder andere ricercare, fantasia, fancy, capriccio, fuga en verset.
- Canzonatype: uit meerdere delen bestaande stukken in imitatief contrapunt, soms vermengd met andere stijlen. De stukken worden rond het midden van de eeuw vervangen door de sonata da chiesa.
- Stukken met variaties op een gegeven melodie of bas: partita, passacaglia, chaconne, koraalpartita en koraalprelude.
- Dansen en andere stukken in min of meer de stileerde dansritmen, hetzij in een vrije opeenvolging hetzij meer geïntegreerd in de suite.
- Stukken in een improvisatorische stijl voor luit of solo toetsinstrumenten: toccata, fantasia of prelude.
[bron: Geschiedenis van de westerse muziek]
Muziekvoorbeelden op YouTube
Achtergrondinformatie bij onderstaande muziekvoorbeelden
- Girolamo Frescobaldi - Recercar Dopo il Credo
- Jan Pieterszoon Sweelinck - Fantasia Cromatica
- Samuel Scheidt - Fantasia
- Heinrich Scheidemann - Fantasia in G
- Alfonso Ferrabosco II - Fantasia
- John Coprario - Fantasia
- John Jenkins - Fantasia-Suite in A Minor
- Matthew Locke - Suite 1&2
- Henry Purcell - Fantasias & In Nomines
- Jan Pieterszoon Sweelinck - Koralen
- Giovanni Maria Trabaci - Canzone francese settima cromatica
- Girolamo Frescobaldi - Canzona Prima
- Johann Jakob Froberger - Canzona V
- Tarquinio Merula - Canzona La Strada, per due canti e basso
- Biagio Marini - Sonata quarta 'Per il violino Per sonar con due corde'
- Samuel Scheidt - Das Orgelwerk
- Jan Adam Reincken - Choralfantasie "Was kann uns kommen an für Not"
- Girolamo Frescobaldi - 12 Partite su Ruggiero
- Polnischer tanz, 17de eeuw
- Johann Hermann Schein - Banchetto Musicale
- Ennemond Gaultier - La Poste, Gigue
- Louis Couperin - Sarabande
- Girolamo Frescobaldi - Toccata
- Johann Jakob Froberger - Toccata (XIX)
naar boven
Opera
In de tweede helft van de zeventiende eeuw verbreidde de opera zich in Italië en van daaruit naar andere landen. Het belangrijkste Italiaanse centrum bleef Venetië, waarvan de operagebouwen in heel Europa beroemd waren. De Venetiaanse opera was in deze tijd indrukwekkend, zowel dramatisch als muzikaal, ook al waren de plots een allegaartje van onwaarschijnlijke karakters en situaties, een irrationele mengeling van serieuze en komische scènes, die voornamelijk dienden als aanleiding voor mooie melodieën, prachtige solozang en verbluffende theatrale effecten (...). De vocale virtuositeit had nog niet de hoogtes bereikt die zij in de achttiende eeuw zou bereiken, maar ging wel al in die richting. Het koor was nagenoeg verdwenen, het orkest deed weinig meer dan begeleiden en de recitatieven waren muzikaal nauwelijks van belang; de aria voerde de boventoon en haar overwinning betekende in zekere zin ook de overwinning van de populaire smaak op het aristocratische raffinement van het oorspronkelijke Florentijnse recitatief, dat zo nauw verbonden was met de ritmen en stemmingen van de tekst. [bron: Geschiedenis van de westerse muziek]
Een groot vroeg-barok opera componist was Cavalli. Bij andere Italiaanse operacomponisten zien we een decadentie optreden waarbij alleen nog de aandacht uitging naar het bel canto, de virtuoze vocaal-acrobatiek van de operadiva, waardoor het theatrale achteruitging. Belangrijk is dat de opera sterk Italiaans bepaald is, maar dat Lully zijn eigen stijl had ontwikkeld voor de Franse taal., terwijl Händel altijd nog Italiaanse opera's bleef schrijven. [Marc van Delft]
Muziekvoorbeelden op YouTube
Achtergrondinformatie bij onderstaande muziekvoorbeelden
- Antonio Sartorio - Anacreonte Tiranno
- Giovanni Legrenzi - La morte del cor penitente
- Alessandro Stradella - San Giovanni Battista
- Agostino Steffani - Enrico Leone
- Antonio Lotti - Sinfonia (Alessandro Severo)
- Johann Joseph Fux - Costanza e fortezza
- Alessandro Scarlatti - Mitridate Eupatore
- Alessandro Scarlatti - La Griselda
- Jean-Baptiste Lully - Roland "chaconne"
- Jean-Baptiste Lully - Amadis: Bois épais
- Jean-Baptiste Lully - "Ouverture & Suite de dances" Armide
- André Campra - L'Europe Galante
- John Blow - Venus and Adonis
- Henry Purcell - Dido & Aeneas
- Henry Purcell - The Tempest
- Carolus Hacquart - 't Samenspraak tussen Bacchus en Ceres uit 'De Triomfeerende Min'
- Johan Schenk - "Nu mag de aarde vrolijk wezen" uit 'Bacchus, Ceres en Venus'
- Reinhard Keiser - Croesus
- Reinhard Keiser - Croesus
naar boven
Cantate en lied
Nadat zij aan het begin van de eeuw uit de monodische strofische variatie was ontstaan, ontwikkelde de cantate zich tot een vorm die uit vele korte contrasterende delen bestond. In de tweede helft van de eeuw consolideerde die vorm zich uiteindelijk in een duidelijker gedefinieerd patroon van afwisselende recitatieven en aria's (meestal twee of drie van ieder) voor solozang met begeleiding van een continuo, op een tekst die doorgaans een amoureus karakter had en de vorm van een dramatische vertelling of een monoloog, waarbij de uitvoering van het geheel misschien tien tot vijftien minuten in beslag nam. Vrijwel alle Italiaanse operacomponisten in de zeventiende eeuw schreven grote hoeveelheden cantates. De beroemdste componisten van cantates, die tussen 1650 en 1720 werkzaam waren, waren Carissimi, Luigi Rossi, Cesti, Legrenzi, Stradella en Alessandro Scarlatti. [bron: Geschiedenis van de westerse muziek]
Muziekvoorbeelden op YouTube
Achtergrondinformatie bij onderstaande muziekvoorbeelden
- Giacomo Carissimi - E' bello l'ardire
- Luigi Rossi - Se non corre una speranza
- Alessandro Stradella - Crudo mar di fiamme orribile
- Alessandro Scarlatti - Due Cantate
- Agostino Steffani - Duetto Lontananza Crudel
- Alessandro Stradella - Serenata a 3 'Qual prodigio'
- Marc-Antoine Charpentier - Cantata, 'Orphée descendant aux enfers'
- Louis-Nicolas Clérambault - Cantata 'Leandre & Héro'
- Adam Krieger - 3 Deutsche Barocklieder
- Henry Purcell - O let me weep
- John Blow - Tell me no more you love
- Henry Purcell - Hail! Bright Cecilia
- Henry Purcell - Come Come Ye Sons Of Art
naar boven
Kerkmuziek en oratorium
Het voor de barok zo karakteristieke onderscheid tussen de oude of 'strenge' stijl en de moderne of 'vrije' stijl is nergens zo duidelijk als in de muziek van de rooms-katholieke kerk aan het eind van de zeventiende en in het begin van de achttiende eeuw. Naast composities die geheel in de oude of in de nieuwe stijl waren, schreven componisten grotere werken waarin de twee stijlen door elkaar werden gebruikt. Honderden missen en andere liturgische composities werden geschreven in de Palestrina-stijl. Intussen maakten bepaalde kerkcomponisten gretig gebruik van de nieuwe muzikale mogelijkheden van solozang, de basso continuo, het concerto-medium met meerdere koren en groepen solostemmen en instrumenten. De werken van onder anderen Monteverdi, Carissimi en Schütz waren voorbeelden voor de assimilatie van deze nieuwe mogelijkheden. [bron: Geschiedenis van de westerse muziek]
Muziekvoorbeelden op YouTube
Achtergrondinformatie bij onderstaande muziekvoorbeelden
- Maurizio Cazzati - Messa e Salmi per li Defonti
- Maurizio Cazzati - In exitu Israel
- Giovanni Paolo Colonna - Messa a 9 voci - Sinfonia & Kyrie I
- Giacomo Antonio Perti - Messa a 8 in Re maggiore
- Johann Joseph Fux - Missa Corporis Christi - Gloria
- Antonio Caldara - Stabat Mater
- Battista Pergolesi - Stabat mater
- Johann Adolph Hasse - Messe in g-Moll
- Benedetto Marcello - Requiem
- Johann Adolph Hasse - La Conversione de Sant'Agostino
- Michel-Richard de Lalande - Grands Motets
- François Couperin - Leçons de ténèbres
- Pelham Humfrey - Hear, O Heav' ns
- Henry Purcell - My heart is inditing
- Henry Purcell - Thou Knowest Lord The Secrets Of Our Hearts
- Johann Crüger/Paul Gerhardt - Ich singe dir mit Herz und Mund
- Matthias Weckmann - Wenn der Herr die Gefangenen zu Zion
- Franz Tunder - Wachet auf! ruft uns die Stimme
- Dietrich Buxtehude - Wachet auf, ruft uns die Stimme
- Johann Pachelbel - Magnificat
- Johann Kuhnau - Gott sei mir gnädig
- Friedrich Wilhelm Zachow - Herr, wenn ich nur dich habe
- Christoph Graupner - Merk auf, mein Herz
- Johann Mattheson - Meine Seele erhebet den Herren
- Georg Philipp Telemann - Seele, lerne dich erkennen
- Johann Theile - Matthaus Passion
naar boven
Muziek voor toetsinstrumenten
Waar in de eerste helft van de zeventiende eeuw componisten werden geleid door een sterk genrebesef, oefende in de tweede helft het instrumentale medium waarvoor een compositie bestemd was een grote invloed uit op hun creatieve verbeelding. De mogelijkheden van moderne orgels, het klavecimbel met twee manualen en met name de vioolfamilie inspireerden nieuwe idiomen en formele structuren. De belangrijkste composities voor toetsinstrumenten zijn: toccata (prelude, fantasia) en fuga; bewerkingen van lutherse koralen of ander lithurgisch materiaal (koraalprelude, verset et cetera); variaties, passacaglia en chaconne; suite; sonata (na 1700). Het zogenaamde barokorgel is nu bekend van de vele moderne instrumenten die zijn gebouwd in navolging van de orgels uit de vroege achttiende eeuw. [bron: Geschiedenis van de westerse muziek]
Muziekvoorbeelden op YouTube
Achtergrondinformatie bij onderstaande muziekvoorbeelden
- Georg Böhm - Praeludium & Fuga C-dur
- Dietrich Buxtehude - Toccata F-dur
- Johann Pachelbel - Canon In D
- Anthoni Van Noordt - Psalm 24
- Johann Caspar Ferdinand Fischer - Ariadne Musica
- Dietrich Buxtehude - Danket dem Herrn
- Juan Cabanilles - Tiento de Batalla de 5 Tono
- Francois Couperin - Ordre 25
- Henry Purcell - Keyboard Suite No 2 g moll
- Gottlieb Muffat - Suites for Harpsichord
- Esaias Reusner - 6 suite per liuto
- Silvius Leopold Weiss - Suites 1, 2 & 3
- Johann Kuhnau - Frische Clavier-Früchte Sonata No.3
- Heinrich Ignaz Franz Biber - Rosenkranz Sonaten
naar boven
Muziek voor ensemble
De belangrijkste composities voor ensemble zijn: sonata (sonata da chiesa), sinfonia en aanverwante vormen; suite (sonata da camera) en aanverwante vormen; concerto. Omstreeks het begin van de achttiende eeuw werd de muzikale superioriteit van Italië betwist door de prestaties van de Franse klavecimbelspelers en de Noordduitse organisten, maar op het vlak van de instrumentale kamermuziek, de opera en de cantate, waren de Italianen nog steeds de onbetwiste meesters en leraren van Europa. [bron: Geschiedenis van de westerse muziek]
Muziekvoorbeelden op YouTube
Achtergrondinformatie bij onderstaande muziekvoorbeelden
- Giovanni Battista Vitali - Sonatas Op.XI
- Tomaso Antonio Vitali - 12 Trio Sonatas
- Giovanni Legrenzi - Sonata Op.2 No.6 La Raspona
- Arcangelo Corelli - 12 Violin Sonatas, Opus 5
- Arcangelo Corelli - Trio Sonatas, Opus 4
- Arcangelo Corelli - 12 Concerti Grossi, Opus VI
- Henry Purcell - Sonatas
- Georg Muffat - Armonico Tributo
- Johann Adam Reincken - Hortus Musicus IV in D minor
- Johann Joseph Fux - Sonate e Sinfonie
- François Couperin - Les Nations, L'Impériale
- François Couperin - Le Parnasse ou l'apothéose de Corelli
- Johann Jakob Walther - Scherzo d'Augelli con il Cuccu
- Heinrich Ignaz Franz Biber - Violin Sonatas
- Francesco Geminiani - Sonates pour Violoncello
- Francesco Maria Veracini - Sonata IV in C minor
- Antonio Locatelli - Sonata da camera in G minor
- Jean-Marie Leclair - Violin Sonatas Op.9
- Johann Rosenmüller - Sonata VII a 4
- Georg Muffat - Nobilis Juventus (Florilegium Secundum)
- Johann Caspar Ferdinand Fischer - Le Journal du Printemps, Op. 1
- Arcangelo Corelli - Concerto Grosso Op. 6 n. 8 (Christmas Concerto)
- Giuseppe Torelli - Op. 8 / 12 Concerti grossi con una pastorale ...
- Tomaso Albinoni - Concerti a cinque Op.10
- Evaristo Felice Dall'Abaco - 12 Concerti à più Istrumenti, Op.VI
naar boven
Vivaldi
Van 1703 tot 1740 was Antonio Vivaldi (1678-1741) met talrijke onderbrekingen werkzaam als dirigent, componist, leraar en algemeen hoofd van muziek aan het Pio Ospedale Pietà in Venetië, een combinatie van weeshuis, conservatorium en meisjesschool. Hij reisde veel om te componeren en opera's en concerten te dirigeren in andere Italiaanse steden en elders in Europa. Evenals zijn tijdgenoten componeerde Vivaldi ieder werk voor een bepaalde gelegenheid en voor een bepaald gezelschap van uitvoerders. Hij had opdrachten voor negenenveertig opera's, de meeste voor Venetië, maar ook enkele voor Florence, Ferrara, Rome, Wenen en andere steden. Voor zijn baan bij de Pietà moest hij oratoria en kerkmuziek schrijven, waarvan een grote hoeveelheid in manuscript bewaard is gebleven. Veel van zijn concerten, een genre dat doorgaans bij kerkdiensten op feestdagen werd gebruikt, waren ook bestemd voor de Pietà, maar een groot aantal gepubliceerde concerten was opgedragen aan buitenlandse patronen. Er zijn iets meer dan vijfhonderd concerten en sinfonia's bewaard gebleven, negentig solo- en triosonates, negenenveertig opera's en vele cantates en oratoria. [bron: Geschiedenis van de westerse muziek]
Muziekvoorbeelden op YouTube
Achtergrondinformatie bij onderstaande muziekvoorbeelden
- Gloria
- Magnificat
- L'Estro Armonico, Op. 3
- Il Cimento dell'Armonia e dell'Invenzione, Op.8
- La Cetra 12 Violin Concertos Op.9
- 12 Concertos for Violin & Oboe, Op. 7
- Complete Cello Concertos
naar boven
Rameau
De loopbaan van Jean-Philippe Rameau (1683-1764), de belangrijkste Franse musicus van de achttiende eeuw, was anders dan die van welke andere grote componist dan ook. Nagenoeg onbekend tot zijn veertigste trok hij eerst de aandacht als theoreticus en pas daarna als componist. De meeste composities waarop zijn roem berust ontstonden tussen zijn vijftigste en zijn zesenvijftigste. [bron: Geschiedenis van de westerse muziek]
Muziekvoorbeelden op YouTube
Achtergrondinformatie bij onderstaande muziekvoorbeelden
- Werken voor klavecimbel
- Platée, La Folie!
- Hippolyte et Aricie [Suite]
- Les Indes Galantes
- Castor et Pollux
- Les Fêtes d'Hébé
- Dardanus
- La Princesse de Navarre
- Platée
- Zoroastre
- Nouvelles suites de pièces de clavecin
- Pièces de Clavecin en Concerts
naar boven
Bachs instrumentale muziek
In het ontbreken van belangrijke gebeurtenissen leek de loopbaan van Johann Sebastian Bach (1685-1750) op die van veel succesvolle muzikale functionarissen uit zijn tijd in het lutherse Duitsland. Hij was als organist werkzaam, was hoforganist en later kapelmeester, dirigent en ten slotte cantor. Bach was opgeleid als violist en organist, en orgelmuziek was wat als componist het eerst zijn belangstelling trok. Hij had een zekere reputatie in protestant Duitsland als orgelvirtuoos en een componist van geleerde contrapuntische werken, maar er waren in dezelfde tijd minstens zes componisten die in Europa een grotere bekendheid genoten. Hij zag zichzelf als een consciëntieus vakman die zijn werk zo goed mogelijk deed tot tevredenheid van zijn meerderen, tot lering en vermaak van zijn medemensen en tot meerdere eer en glorie van God. [bron: Geschiedenis van de westerse muziek]
Muziekvoorbeelden op YouTube
Achtergrondinformatie bij onderstaande muziekvoorbeelden
- Toccata and Fugue in D minor BWV 565
- Passacaglia c-moll BWV 582
- Fantasia & Fugue in G Minor BWV 542
- Prelude & Fugue in A Minor BWV 543
- Praeludium Es-dur BWV 552
- Prelude en Fuga in E-dur BWV 566
- Trio Sonatas for Organ BWV 525-530
- Durch Adams Fall ist ganz verderbt BWV 637
- Schübler Chorales, BWV 645-650
- Leipziger Choräle (BWV 651- BWV667)
- Chorale Preludes IV (BWV 669-689)
- Wenn wir in höchsten Nöten sein BWV 641
- Vor deinen Thron tret' ich hiermit BWV 668
- Toccata in F-Sharp Minor BWV 910
- Chromatische Fantasie en Fuga BWV 903
- 6 kleine Preludes BWV 933 - 938
- Preludes, BWV 939-943
- Das wohltemperierte Klavier, Teil 1
- Das wohltemperierte Klavier, Teil 2
- French Suites
- English Suites (1-6)
- Goldbergvariaties
- Violin Sonatas and Partitas BWV 1001-1006
- Cello Suites No.1-6 BWV 1007-1012
- Sonatas for Violin and Harpsichord BWV 1014-1019
- Sonaten für Viola da Gamba und Cembalo (BWV 1027 – BWV 1029)
- 6 Sonates pour flute et continuo, BWV 1030-1035
- Brandenburg Concertos 1 - 6
- Orchestral Suites BWV 1066-1069
- Air (op de G snaar)
- "Musikalisches Opfer" BWV 1079
- Die Kunst der Fuge BWV 1080
naar boven
Bachs vocale muziek
In 1723 was Leipzig een bloeiende handelsstad met ongeveer dertigduizend inwoners. De stad stond bekend als een centrum van de drukkunst en het uitgeversbedrijf en was de zetel van een zeer oude universiteit. Zij had een goed theater en een operagebouw, dat, voordat het in 1729 werd gesloten, een doorn in het oog was van Kuhnau, Bachs voorganger bij de Thomaskerk, die klaagde dat het zijn beste zangers weglokte. Behalve de universiteitskapellen waren er in Leipzig vijf kerken, waarvan de Sint Nicolaas en de Sint-Thomas de belangrijkste waren. Bach was verantwoordelijk voor de muziek in de Thomaskerk. [bron: Geschiedenis van de westerse muziek]
Muziekvoorbeelden op YouTube
Achtergrondinformatie bij onderstaande muziekvoorbeelden
- Cantata BWV 61 - Nun komm der Heiden Heiland
- Cantata BWV 4 - Christ lag in Todesbanden
- Cantata BWV 80 - Ein feste Burg ist unser Gott
- Cantata BWV 51 - Jauchzet Gott in allen Landen
- Cantate BWV 82 - Ich habe genug
- Weinachts Oratorium - BWV 248
- Laßt uns sorgen, lasst uns wachen - BWV 213
- Cantate BWV 201 - Geschwinde, ihr wirbelnden Winde (Phoebus und Pan)
- Cantate BWV 206 - Schleicht, spielende Wellen, und murmelt gelinde!
- Kaffeekantate - BWV 211
- Mer han en neue Oberkeet (Bauernkantate) BWV 212
- Motets BWV 225-230
- Magnificat - BWV 243
- St John Passion - BWV 245
- Matthäus-Passion - BWV 244
- Hohe Messe (Mis in b-klein) - BWV 232
naar boven
Händel
Vergeleken met Vivaldi, Rameau en Bach (die allen geheel in hun eigen nationale traditie opgingen) was Händel (1685-1759) een volstrekt internationale componist; zijn muziek heeft een Duitse ernst, een Italiaanse mildheid en een Franse grandeur. Deze eigenschappen kwamen in Engeland tot rijping, waar het culturele klimaat destijds het meest gunstig was voor zo'n kosmopolitische stijl. En het was ook Engeland waar de koortraditie heerste die Händels oratoria mogelijk maakte. Vivaldi had een onmiddellijke invloed op de muziekwereld, hoewel hij in 1741 totaal vergeten was gestorven. De invloed van Rameau deed zich langzamer gelden, en dan nog uitsluitend in de opera en de muziektheorie. Het werk van Bach bleef een halve eeuw relatief onopgemerkt. Maar Händel oogstte tijdens zijn leven internationale roem en bleef bij latere generaties in de herinnering voortleven, al was het maar om zijn oratoria. [bron: Geschiedenis van de westerse muziek]
Muziekvoorbeelden op YouTube
Achtergrondinformatie bij onderstaande muziekvoorbeelden
- Klavecimbel Suites 1
- Viool Sonates
- Fluit Sonates
- Wind Sonatas
- Sonata for two cellos in G minor, Opus 2, No.8
- Trio Sonata Op.5
- Suite No. 5 in E Major - The harmonious blacksmith
- Water Music
- Music for the Royal Fireworks
- Concerto No. 1 in B-flat for oboe & strings / 2 / 3 / 4 / 5 / 6
- Concerti Grossi - Op 6 N 1-12
- Teseo (opera)
- Lucio Cornelio Silla (opera)
- Muzio Scevola (opera)
- Amadigi di Gaula (opera)
- Floridante (opera)
- Riccardo Primo (opera)
- Giulio Cesare in Egitto (opera)
- Serse (opera)
- Deidamia (opera)
- La resurrezione sacred oratorio (oratorium)
- Messiah (oratorium)
- Saul (oratorium)
- Israel in Egypt (oratorium)
- Judas Maccabaeus (oratorium)
- Joshua (oratorium)
- Occasional Oratorio (oratorium)
- Semele (oratorium)
- Hercules (oratorium)
- Alexander's Feast (oratorium)
- Ode for St Cecilia’s Day (oratorium)
- Chandos Anthems Vol. 1 (No. 1, 2 & 3)
naar boven