Componisten geboren tussen 1800 en 1899 

Stanislaw Moniuszko was een Poolse componist, muziekpedagoog, dirigent en organist. Zijn opleiding genoot hij in Minsk (destijds Litouwen) allereerst thuis bij zijn moeder. Vanaf 1827 kreeg hij les van August Freyer in Warschau en vanaf 1830 van Dominik Stefanowicz weer in Minsk. Vanaf 1837 tot 1839 kreeg hij een vervolgopleiding in Berlijn bij Carl Friedrich Rungenhagen en Gaspare Spontini en ging in 1840 terug naar Litouwen, naar Vilnius. Daar vond de première plaats van zijn nationale opera Halka. Ondertussen gaf hij les en was organist aan de Rooms-katholieke kerk van St. Johannes uit 1386 aldaar. Eigen werk werd ook in Sint-Petersburg uitgevoerd, waarbij hij goede kritieken in de lokale pers kreeg. In Sint Petersburg werd hij bekend met vooraanstaande Russische componisten zoals Michail Glinka, Alexander Dargomizhskij, César Cui en Aleksandr Serov. Na de première van een gereviseerde opera Halka in 1858 vertrok hij naar Warschau om daar dirigent te worden van de plaatselijke opera. Vanaf 1864 doceerde hij aan het Muziekinstituut van Warschau. Hij schreef talrijke werken voor orkest, missen, cantates en gewijde muziek, muziektheater, opera's, operettes, balletten, toneelmuziek, vocale muziek, kamermuziek en werken voor piano.