Componisten geboren tussen 1800 en 1899
Aleksandr Borodin (1833 – 1887)
Aleksandr Borodin was een Russisch componist en chemicus. Als jongen kreeg hij een zeer goede opleiding, waaronder pianolessen. Aanvankelijk bekwaamde hij zich in de geneeskunde en vervolgens in de chemie. Hij begon in 1862 compositielessen te nemen bij Balakirev, toentertijd hoogleraar in de chemie. Muziek bleef Borodins tweede roeping, naast een loopbaan als chemicus. Hij was lid van Het Machtige Hoopje, dat naast Borodin en Balakirev bestond uit Rimski-Korsakov, Moessorgski en Cui. De groep spande zich in voor het scheppen van een nationale Russische muziek met minder West-Europese invloed dan die van bijvoorbeeld Tsjaikovski. Hoewel de leden op muzikaal gebied amateurs waren en hun hoofdberoep uitoefenden in andere disciplines, was hun invloed behoorlijk groot. In 1869 dirigeerde Balakirev de eerste symfonie van Borodin. Met zijn tweede symfonie kreeg hij (in 1880) ook faam buiten Rusland dankzij Franz Liszt. Zijn opera Vorst Igor is volgens sommigen zijn voornaamste werk. De opera bevat de Polovetzer dansen, die meestal als een zelfstandig stuk worden uitgevoerd. Bij zijn dood waren enkele werken niet afgerond en werden postuum voltooid door Rimski-Korsakov en Glazoenov. Ondanks zijn erkenning als een bekwaam componist verdiende Borodin zijn inkomen als chemicus en genoot hij aanzien op dat gebied.
Romantiek / Het einde van een tijdperk / Nationalisme in Rusland
naar boven