Aanvullende informatie Hedendaagse muziek
De Twaalftoonstechniek
1. Arnold Schönberg - Vijf pianostukken, opus 23: De Vijf pianostukken opus 23 uit 1923 is de eerste compositie waarin Schönberg bewust gebruik maakte van toonreeksen, hoewel alleen het laatste stuk een volledige reeks van twaalf tonen heeft.
2. Arnold Schönberg - Serenade, opus 24: In de volgende jaren perfectioneerde hij de techniek in de Serenade opus 24, de Pianosuite opus 25 en het Blaaskwintet opus 26.
3. Arnold Schönberg - Pianosuite, opus 25: Zie 2.
4. Arnold Schönberg - Blaaskwintet, opus 26: Zie 2.
5. Arnold Schönberg - Derde strijkkwartet: In het Derde strijkkwartet (1926) en de Variaties voor orkest (1928) heeft de twaalftoonstechniek haar uiteindelijke vorm bereikt.
6. Arnold Schönberg - Variaties voor orkest: De Variaties worden algemeen beschouwd als een van Schönbergs beste werken en een goed voorbeeld van de manier waarop hij traditionele procedures combineerde met die van de dodecafonie. Na een inleiding, waarin de reeks wordt gehuld in een sfeer van mysterie en verwachting, wordt een thema van vierentwintig maten geïntroduceerd.
7. Arnold Schönberg - Moses und Aron: Tegen de achtergrond van het Oude Testament schildert Schönberg het tragische conflict tussen Mozes als intermediair tussen God en Aron, die Mozes' woorden overbracht aan het volk, omdat Mozes niet in staat is zijn visioenen onder woorden te brengen en Aron (de redenaar) er niet in slaagt de betekenis ervan te doorgronden. Moses und Aron is tegelijk oratorium en opera. De indringende expressiviteit van de muziek en haar imposante structurele eenheid (het hele werk is gebaseerd op een enkele toonreeks) maken de opera tot het meesterstuk van de componist.
8. Arnold Schönberg - Vioolconcert: De meeste werken die Schönberg schreef nadat hij in 1933 naar de Verenigde Staten was geëmigreerd, met name het Vioolconcert (1936) en het Vierde strijkkwartet (1937), zijn volgens dezelfde methode gecomponeerd.
9. Arnold Schönberg - Vierde strijkkwartet: Zie 8.
10. Arnold Schönberg - Suite im alten Stile für Streichorchester: In 1934 schreef hij daarnaast een tonale Suite im alten Stile für Streichorchester.
11. Arnold Schönberg - Ode an Napoleon Buonaparte: In de Ode an Napoleon Buonaparte en in het Pianoconcert (beide uit 1942) kwam hij tot een synthese van zijn eigen systeem en enkele elementen van de orthodoxe tonaliteit. Deze zijn echter minder karakteristiek dan het Strijktrio (1946) en de Fantasie voor viool en piano (1949).
12. Arnold Schönberg - Pianoconcert: Zie 11.
13. Arnold Schönberg - Strijktrio: Zie 11.
14. Arnold Schönberg - Fantasie voor viool en piano: Zie 11.