menu

Componisten geboren tussen 1700 en 1799 

Gioachino Rossini (1792 – 1868)  

Gioachino Rossini was een Italiaanse componist. In een periode van twintig jaar (1810-1829) componeerde hij veertig opera's. Hij studeerde in Bologna. In 1810 kreeg hij zijn eerste compositieopdracht voor een opera. In 1813 boekte hij grote successen met zijn opera's Tancredi en L'italiana in Algeri. Twee jaar later, toen hij verbonden was aan het Teatro San Carlo in Napels, componeerde hij naast opera seria's ook komische werken (opera buffa's), zoals Il barbiere di Siviglia, La Cenerentola en La gazza ladra. Na de laatste opera voor zijn Italiaanse publiek geschreven te hebben, Semiramide, vertrok hij naar Londen. In 1824 vestigde hij zich in Parijs en leidde aldaar het Théâtre Italien. Zijn laatste grote theaterstuk, Guillaume Tell, schreef hij in 1829. Vervolgens componeerde hij geestelijke werken, zoals het Stabat Mater en de Petite Messe Solennelle, cantates, liederen en kamermuziek. Tot zijn bekendste werken behoren La Cenerentola, Il barbiere di Siviglia, La gazza ladra, La scala di seta, L'italiana in Algeri en Guillaume Tell. Enkele kenmerken van zijn muziekstijl zijn: virtuoze zangpartijen, zonnige en prettig in het gehoor liggende melodieën, het fameuze Rossini-crescendo (een steeds sterker wordende herhaling van hetzelfde motief), en een overwegend homofone stijl.

Wikipedia

Muziekvoorbeelden

naar boven