Componisten geboren tussen 1800 en 1899
Alban Berg (1885 – 1935)
Alban Berg studeerde van 1904 tot 1910 in Wenen bij Arnold Schönberg en wordt samen met zijn leraar en Anton Webern gerekend tot de Tweede Weense School. Berg maakte aanvankelijk gebruik van vrije atonaliteit en later van twaalftoonstechnieken, waarbij hij de toonreeksen zo koos dat ze bijna een tonaal karakter kregen, hetgeen de toegankelijkheid van zijn muziek ten goede kwam. Schetsen uit zijn studietijd leidden tot zijn eerste Sonate voor piano, opus 1 (1907-1908). In 1913 gingen de Altenberg Lieder in première onder leiding van Schönberg. De uitvoering veroorzaakte een rel en moest voortijdig worden gestopt (Skandalkonzert). In 1924 werden drie fragmenten uit de opera Wozzeck met succes uitgevoerd. Tegenwoordig wordt Wozzeck beschouwd als een van de belangrijkste werken van de eeuw. Berg begon in 1928 met zijn tweede opera Lulu, waarvan hij vanwege zijn vroegtijdige dood in 1935 de orkestratie niet kon vervolmaken. Andere bekende composities zijn Lyrische Suite, Drei Orchesterstücke en Kammerkonzert für Klavier und Geige mit 13 Bläsern. Door het feit dat Berg bij de jood Schönberg had gestudeerd werd zijn muziek in Nazi-Duitsland verboden en op de lijst van gedegenereerde muziek geplaatst. Het vioolconcert uit 1935 is Bergs bekendste en meest geliefde compositie geworden.
Hedendaagse muziek / Schönberg en zijn leerlingen / Alban Berg
naar boven