menu

Componisten geboren tussen 1800 en 1899 

Antonin Dvorák (1841 – 1904)  

Antonin Dvorák was een Tsjechische componist, dirigent, muziekpedagoog, (alt)violist en organist. Dvorák wordt met Smetana en Janácek gerekend tot de grootste componisten van Bohemen. Zijn eerste werken betroffen strijkkwartetten, later gevolgd door symfonieën. In 1871 ging de opera De Koning en de kolenbrander in première. Van 1871 tot 1873 werden liederen en kamermuziek uitgevoerd. Toen hij voor Die Erben des Weißen Berges voor koor en orkest een Tsjechisch-nationaal verhaal als uitgangspunt nam, zorgde dat voor een doorbraak bij het grote publiek. In 1874 kwam hij in contact met Brahms, die hem inspireerde tot het schrijven van de Slavische dansen, de zesde symfonie en het strijkkwartet in C-groot. Vanaf 1878 geraakten de beide componisten innig bevriend. Van 1892 tot 1895 onderbrak Dvorák zijn docentschap aan het Praags conservatorium (sinds 1891) en werd hij directeur van het National Conservatory in New York. Daar componeerde hij symfonie nr. 9 in e-klein (Uit de Nieuwe Wereld) en het strijkkwartet F-groot. Dvoráks voorliefde voor de opera vond zijn artistieke hoogtepunt in Rusalka (1900). Tot de belangrijkste religieuze werken behoren het Stabat Mater, de Mis in D-groot en het Requiem. Daarnaast componeerde hij o.a. een Te Deum alsook wereldlijke cantates.

Wikipedia

Muziekvoorbeelden

naar boven