Het einde van een tijdperk
Nationalisme in Tsjechië
Bedrich Smetana (1824-1884) en Antonin Dvorák (1841-1904) waren de twee belangrijkste Tsjechische componisten uit de negentiende eeuw. Bohemen was eeuwenlang een Oostenrijks kroondomein geweest en had zo, in tegenstelling tot Rusland, voortdurend in contact gestaan met de hoofdstroom van de Europese muziek. De Tsjechische volksmuziek wijkt veel minder af van die van Westeuropese landen dan de Russische. Smetana richtte zich vooral op Liszt en Dvorák had Brahms als uitgangspunt. Hun nationalisme spreekt vooral uit de keuze van nationale onderwerpen voor hun programmatische muziek en opera's, maar ook uit hun frisse, spontane melodieën, hun nonchalante harmonieën en vormen en de incidentele sporen van volkse wijsjes en dansritmen in hun werk.
Een Tsjechisch componist wiens werk sterk nationaal georiënteerd was, was Leos Janácek (1854-1928). Na 1890 nam hij welbewust afstand van de Westeuropese stijlen. Nog vóór Bartók legde hij met grote ijver een wetenschappelijke verzameling van volksmuziek aan.
Muziekvoorbeelden op YouTube
Achtergrondinformatie bij onderstaande muziekvoorbeelden
- Antonin Dvorák – symfonieën
- Dvorák – kamermuziek
- Bedrich Smetana – Prodaná nevesta
- Smetana – Hubicka
- Dvorák – Slavische dansen
- Leos Janácek – Jenoefa
- Janácek – Kát'a Kabanová
- Janácek – Prihody lisky Bystroesky
- Janácek – Vec Makropoulos
- Janácek – Z mrtvého domu
- Janácek – Glakolská-mis
- Janácek – twee kwartetten
- Janácek – vioolsonate
- Janácek – Taras Bulba
- Janácek – Sinfonietta