Componisten geboren tussen 1800 en 1899
Julius Röntgen (1855 – 1932)
Julius Röntgen was een Nederlands-Duitse componist (sterk beïnvloed door Johannes Brahms), pianist en dirigent. Meer dan 600 werken liet hij na. In Leipzig kreeg hij pianoles van Carl Reinecke. Als muzikaal wonderkind reisde hij door Duitsland en werd voorgesteld aan Franz Liszt. In Leipzig leerde hij zijn latere vriend Edvard Grieg kennen. In 1877 vestigde Röntgen zich in Amsterdam. Hij richtte in 1883 samen met anderen het Amsterdamsch Conservatorium op en stond aan de wieg van het Concertgebouw. Na een bezoek in 1928 aan New York werd hij enthousiast over de muziek van George Gershwin en de jazz. In zijn laatste jaren componeerde hij in hoog tempo. Van zijn 24 symfonieën ontstonden er achttien in de periode 1930-1932. Voor zijn orkestwerken liet Röntgen zich regelmatig door de Nederlandse folklore inspireren. Voorts componeerde hij in zijn laatste tien jaren drie pianoconcerten, twee vioolconcerten en een celloconcert, zeven cellosonates, zeven strijkkwartetten en talrijke vocale werken en experimenteerde hij met atonale muziek en schreef hij een bitonale symfonie. Zwaar ziek voltooide Röntgen in zijn laatste twee maanden het Pianokwintet in G. Na zijn dood raakte zijn muziek in de vergetelheid, maar in de 21e eeuw is de belangstelling sterk groeiende.
Eigen website over de componist
Romantiek / Nationalisme / Nederland
naar boven