Componisten geboren tussen 1800 en 1899
Sergej Prokofjev (1891 – 1953)
Sergej Prokofjev was een Russisch componist en pianist. Prokofjev studeerde vanaf 1903 aan het Conservatorium van Sint-Petersburg bij onder anderen Rimski-Korsakov. Aanvankelijk maakte hij vooral naam als pianist. In 1918 week hij uit naar de Verenigde Staten, maar hij redde het daar niet (in tegenstelling tot Rachmaninov) en vertrok naar Parijs. Zijn concertreizen brachten hem in 1927 voor het eerst naar de Sovjet-Unie, die hem in 1936 definitief teruglokte. Prokofjev wordt gerekend tot de grote Russische componisten van de twintigste eeuw, hoewel hij geen groot vernieuwer was. In de vorm van zijn werken hield hij zich doorgaans streng aan de klassieke voorbeelden. Neoclassicistisch is hij alleen in zijn Klassieke symfonie (1917). Een bij kinderen zeer populair stuk is het muzikale sprookje Peter en de wolf. Onder druk van de Sovjet-partijleiding tijdens de Stalin-periode componeerde hij ook socialistisch-realistische werken, zoals de Cantate voor de 20e verjaardag van de Oktoberrevolutie. Prokofjev heeft veel pianocomposities op zijn naam staan, waaronder negen pianosonates. Uit zijn dagboeken blijkt Prokofjevs bewondering voor Rachmaninov en hij was gevoelig voor diens kritiek op zijn werk. (Zijn kleinzoon en naamgenoot was van 2001 tot 2013 lid van het bestuur van de Allgemeine Anthroposophische Gesellschaft in Dornach.)
Sergej Prokofjev: Zoveel meer dan Peter en de Wolf
Hedendaagse muziek / Gecomponeerde muziek en volksmuziek / Prokofjev
naar boven