menu

Nieuwsbrief Muzikale Verhalen (15) 

Oktober 2020  

Welkom

Het bijwerken van het overzicht van 2.500 jaar westerse muziekgeschiedenis heeft een paar maanden stilgelegen. Bij deze is de draad weer opgepakt. De paragraaf over Nieuwe stromingen in Frankrijk (Romantiek - Het einde van een tijdperk) is nu klaar. Met daarin muziekvoorbeelden van Vincent d'Indy, Jules Massenet, Gabriel Fauré, Claude Debussy, Erik Satie, Maurice Ravel, Paul Dukas, Florent Schmitt en Albert Roussel. In de achtergrondinformatie bij de muziekvoorbeelden wordt ook de naam Charles Camille Saint-Saëns veelvuldig genoemd.

Romantiek - Het einde van een tijdperk - Nieuwe stromingen in Frankrijk


Alphons Diepenbrock

De componist die in deze nieuwsbrief centraal staat is Alphons Diepenbrock (1862 – 1921). Op internet circuleren zinnen als: "Al bij leven gold Alphons Diepenbrock als grootste Nederlandse componist sinds Sweelinck", "Alphons Diepenbrock was de eerste Nederlandse componist na Sweelinck met een internationale uitstraling" en "Hij was een eeuw geleden net zo beroemd als zijn vriend Gustav Mahler."

In 1910 schreef Diepenbrock de Marsyas Suite, die de moeite van het beluisteren meer dan waard is. Als aardigheid en ter vergelijking heb ik ook luistervoorbeelden gekozen van composities uit hetzelfde jaar van Charles Camille Saint-Saëns, Claude Debussy, Johan Wagenaar en Gustav Mahler.


LOCKDOWN 2020

Marc van Delft heeft zich sinds de lockdown van maart 2020 gewijd aan het schrijven van een nieuw werk als reactie op deze dramatische en ingrijpende gebeurtenis, zijn opus 180: 'Lockdown 2020', een driedelige compositie voor [harmonie]orkest. Elders in deze nieuwsbrief wordt een voorproefje gegeven.

Ik wens u veel lees- en luisterplezier!

Imke Jelle van Dam


Inhoudsoverzicht


Info bekostiging maandelijkse nieuwsbrief

Mocht u iemand kennen die mogelijk ook interesse heeft in deze nieuwsbrief, dan wordt het op prijs gesteld als u deze met begeleidend schrijven doorstuurt. Men kan zich dan zelf kosteloos abonneren (info).


Concertagenda

Antrovista actualiseert (bijna) dagelijks de concertagenda.

Overzicht concerten en muziekcursussen

naar boven

Alphons Diepenbrock

Verkorte biografie Alphons Diepenbrock

Wie in de negentiende eeuw componist wilde worden ging op zijn minst naar het conservatorium en ging bij andere toondichters in de leer. Opmerkelijk is dat de levensloop van Alphons Diepenbrock heel anders is verlopen. Diepst in zijn hart wilde hij dirigent worden, maar in plaats daarvan studeerde klassieke talen op aandringen van zijn vader en ontplooide een loopbaan als leraar om in zijn levensonderhoud te voorzien. Zijn vrije tijd besteedde hij echter aan muziek.

Als kind kreeg Alphons les in piano en viool, later ook zangles. Op het gebied van componeren is Diepenbrock echter volledig autodidact, al leerde hij veel van de adviezen van de bevriende componist Carl Smulders. Niettemin wordt hij, met Jan Pieterszoon Sweelinck, tot de grootste Nederlandse componisten gerekend.

In het vroege werk van Diepenbrock is een romantische invloed van Richard Wagner herkenbaar. Als katholiek kende hij de muziek van Palestrina en diens polymelodische stijl is in zijn eigen koormuziek ook herkenbaar. Vanaf circa 1910 gebruikt Diepenbrock ook impressionistische klankcombinaties die ontleend zijn aan Claude Debussy, maar een echte impressionist is hij nooit geworden. Hij werd een persoonlijke vriend van Gustav Mahler, nadat deze in 1903 Amsterdam had bezocht.

Door zijn tijdgenoten wordt Diepenbrock gewaardeerd om de wijze waarop hij poëzie en muziek combineert, de harmonie tussen zang en instrumentale begeleiding waarbij het woord nooit ondergeschikt werd aan de muziek. Zijn 'doorbraak' bij het brede publiek kwam in 1902 met de uitvoering van het Te Deum onder leiding van Willem Mengelberg.

In een zeer groot deel van het werk van Diepenbrock wordt de menselijke stem gebruikt. Zijn oeuvre omvat meer dan 150 composities: liederen, symfonische liederen, koorwerken met begeleiding (bijvoorbeeld met orkest en orgel in zijn Te Deum), a capella koorwerken en toneelmuziek. Opmerkelijk is dat orkestwerken en kamermuziek vrijwel geheel ontbreken.

De teksten/gedichten bij zijn composities ontleende Diepenbrock aanvankelijk aan de Duitse romantiek (Goethe, Heine, Novalis, Hölderlin en Nietzsche). Vanaf circa 1910 zette hij ook werken van Franse dichters (Verlaine, Baudelaire) op muziek. Ook werken van Nederlandse dichters zoals Vondel, Van Eeden, Perk, Verwey en Van Deyssel werden door Diepenbrock van muziek voorzien (hij was bevriend met vele Tachtigers).

Een deel van zijn werk werd uitgegeven door Muziekuitgeverij A.A. Noske. Diepenbrocks werk is na zijn dood grotendeels uitgegeven door het Alphons Diepenbrock-Fonds, opgericht in 1921. [bron: Wikipedia]

Te Deum uit 1897, de doorbraak van Alphons Diepenbrock

Overige muziekvoorbeelden op YouTube

naar boven

Composities rond het jaar 1910

In 1910 schreef Alphons Diepenbrock de vijfdelige Marsyas Suite, duidelijk geïnspireerd op het toenmalige Franse klankidioom.

De vraag kan opdoemen hoe muziek van andere componisten klonk die omstreeks hetzelfde jaar geschreven werd. Op deze plek is gekozen voor de destijds wereldberoemde Charles Camille Saint-Saëns (1835 – 1921) en leeftijdgenoten van Diepenbrock: Claude Debussy (1862 – 1918), Johan Wagenaar (1862 – 1941) en zijn vriend Gustav Mahler (1860 – 1911).

Alphons Diepenbrock - Marsyas Suite (1910)

Charles Camille Saint-Saëns - La Muse et le poète (1910)

Claude Debussy - Petite piece for clarinet and piano (1910)

Johan Wagenaar - De getemde feeks (1909)

Gustav Mahler - Adagio - Tiende symfonie (1910)

naar boven

Johan Wagenaar / Alphons Diepenbrock

Verkorte biografie van Johan Wagenaar

In 1932 brengt Dr. A.C. Ramselaar in het tijdschrift De Gemeenschap een eerbetoon aan Johan Wagenaar ter gelegenheid van zijn 70ste verjaardag. In het artikel plaatst hij hem tegenover de andere beroemde Nederlandse componist uit de negentiende eeuw: Alphons Diepenbrock.

'Het is om Wagenaar te huldigen, dat hij hier naast Diepenbrock wordt geplaatst, al lijkt het een vreemde manier: iemand te huldigen, door hem in de schaduw van een ander te stellen. (...) Joh. Wagenaar verdient een plaats naast Diepenbrock. Hij is met Diepenbrock de meest levende musicus geweest van het vooroorlogsche tijdperk. Beiden hebben zij de brug gelegd naar de nieuwere Nederlandsche muziek en het is de vraag, of Diepenbrock met zijn grooter genialiteit wel zooveel meer invloed heeft gehad dan Johan Wagenaar, althans of Diepenbrock's invloed wel zoo vruchtbaar had kunnen werken, als er niet een Wagenaar was geweest, die het terrein had opgehoogd.

Meer nog dan Diepenbrock mag Wagenaar de leermeester worden genoemd van de tegenwoordige generatie. Hij is een der allerbeste krachten geweest van hen, die het vakmanschap als voorwaarde van een echt kunstenaarschap in het Nederlandsch muziekleven hebben hersteld. Zich op eigen kracht bezinnend, heeft hij niet gestreefd naar eigen stijl. Desondanks is hij origineel geworden door zijn eigen frissche scherts en veerkrachtige vitaliteit. Door zijn fijne smaak, door zijn zuivere Bach-vertolking, door een ruime, onbevooroordeelde blik, heeft hij vrije baan gemaakt voor zijn meest begaafde leerlingen, hoezeer zij ook andere wegen zochten dan hun meester. Daarin openbaart zich een sympathieke en evenwichtige persoonlijkheid. Diepenbrock was uiterlijk niet evenwichtig, maar zijn geest riep geesten wakker, domineerde. (...)

Diepenbrock - de mysticus, vergeestelijkt door Palestrina's zuiver schouwen, bevangen door Wagner's amoureuze smachten, inderdaad, maar uit eigen zielestrijd omhoog gestegen door een grenzeloos verlangen naar het onbereikbare, onkenbare, dat hij zoo wonderlijk heeft uitgezongen in het Sanctus van zijn Mis. Leg daarnaast de Schipbreuk van Wagenaar op woorden van den Schoolmeester. Niet om u vroolijk te maken. Alles kan tenslotte belachelijk worden gemaakt. De boertige, gul-geestige humor is ten volle te waardeeren, doet een fijne geest vermoeden, maar is ook alleen mogelijk onder de nuchtersten der menschen. Dat kan alleen een realist, de man met twee beenen op de grond, die gnuift van een zotte satyre.

Diepenbrock kent óók de satyre. Maar zijn satyre werd spoedig toorn. Diepenbrock's leven was te zeer een lijdensweg geweest. Zijn Stabat Mater had hij doorleefd onder zijn eigen kruis. Hij torste de last van het genie, de onbegrepen kunstenaar, de eenzame, 'die zijn werk de wereld instuurde als banneling', de teere en hartstochtelijke met zijn verre blik, onbarmhartig in zijn kritiek, prikkelbaar, veel eischend van zijn vrienden, moeilijk voor zijn bewonderaars. Van zijn uitvoerders eischte hij het hoogste, haast onmogelijke, eischte hij te geven, wat hèm bij het schrijven had voorgezweefd, maar niet geheel werkelijkheid was geworden, een bovenaardsche schoonheid. Wagenaar gooit nooit boven zijn kracht. Hij is een zonnig mensch, frisch en blij, vol levenslust, de man van het gezelschap, waar hij geestelijk toch boven uitsteekt, de spotter, die echter in de parodie nauwelijks satyrisch wordt. Geestig kan hij de bombast van de opera aandikken en dan in eens haar sentimentaliteit overnemen en mee gaan zingen onder de bekoring van haar gevoelige streeling. Bij Diepenbrock is de ondergrond de elegie, Wagenaar ligt nauwelijks een Adagio, maar des te beter een scherzo. Maar kan een scherzo niet een meesterwerk zijn? Heeft Joh. Strausz niet groote waarde naast Richard de Groote?

(...) Diepenbrock is de universeele kunstenaar, de wereldmensch, die zijn gevoelsleven op Grieksche en Oostersche cultuur wist af te stemmen, de aestheet, die de Gothiek onderging als een polyphonie, die zijn dichters had. Hoe heeft hij hen ontleed, doorleefd en weergegeven! Wagenaar is de all-round musicus, violist, organist, fijn instrumentalist, koor- en orkestleider, paedagoog, componist, de vakman. Hij heeft voor Diepenbrock steeds groote waardeering getoond, maar weet uit ervaring, hoe moeielijk het is diens Te Deum er in te krijgen. Hij heeft bewondering voor de hooge inspiratie, maar weet zich vaardiger met de pen en ontdekt in Diepenbrock toch steeds ‘den dillettant’. (...)

Diepenbrock is bezeten geweest door zijn ideaal, voerde een strijd om de vorm te vinden voor hetgeen hem verblindend voor de geest stond. Wagenaar put uit gelijkmatiger bron. Hij is spontaan, vurig, pittig. Muziek is zijn bloed, zijn onverwoestbare vitaliteit. Wij noemen muziek maken nog spelen. Spel is de muziek inderdaad, geen philosophie. Spel als de uitingsdrang van het sprankelendste leven, niet de reflexie, het bezinnen der wijsheid. Zoo was het ook bij Wagenaar. In dat opzicht staat hij dichter bij ons dan Diepenbrock en sluit zich beter bij de jongere generatie aan, dan wellicht Diepenbrock zou hebben gedaan. Daardoor heeft zijn muziek ook voor ons een charme gehouden ver boven de weinig origineele stijlvormen uit. Ook Diepenbrock heeft niet de originaliteit gehad van het genie, maar hij had, wat Wagenaar mist, de grootsche teere, menschelijke, verheven hartstocht. (...)

Wagenaar blijft met Diepenbrock voor ons een der gaafste en sprekendste vertegenwoordigers van zijn tijd. Hun groote tegenstelling is een beeld van het uiteenloopend, veelzijdige en intense leven, maar in beiden is voelbaar het gemis aan de eenheid en harmonie van een groot levensideaal. Er moge daarom een stille hoop blijven leven op een nieuwe tegenstelling, een volmaakter beeld van een schooner tijd.'

Sanctus uit Missa in die Festo, Alphons Diepenbrock

De Schipbreuk, Johan Wagenaar

Stabat Mater Dolorosa, Alphons Diepenbrock

Ouverture van De getemde feeks, Johan Wagenaar

naar boven

LOCKDOWN 2020, driedelig werk voor orkest

Componist Marc van Delft schreef in de laatste week van september: "Ik heb mij sinds de lockdown van maart 2020 onledig gehouden met een nieuw werk als reactie op deze dramatische en ingrijpende gebeurtenis, mijn opus 180: 'Lockdown 2020' voor [harmonie-] orkest. (...)

Het eerste deel [getiteld Shock and bewilderment / Satan's attack] is een soort gruwelijke 'Dance Macabre' waarin ik de shock en de verbijstering uitdruk die ik ervoer toen in maart 2020 vier miljard mensen totaal onnodig werden opgesloten, geterroriseerd, [velen] doodgehongerd en mishandeld. Mijns inziens gaat het hier om de grootste misdaad aller tijden, de grootste hoax aller tijden en de grootste aanval van het kwaad aller tijden. Mijn gevoelens van verbijstering en machteloze woede hierover, en de uitbeelding van de satanische krachten die er achter zitten heb ik in dit eerste deel proberen uit te drukken.

Het tweede, langzame deel heet 'Empty streets', en is een desolaat stuk die de lege straten en de saturnale verstening en verstarring van de maatschappij uitdrukt, met een weemoedige solo voor de althobo in de orkestversie.

Het derde deel heet 'A New Hope', een bede aan Zachariel, de Jupiter-tijdgeest, in de hoop dat de lichtmachten Michael, Zachariel en Christus, de mensheid zullen inspireren tot wijsheid, liefde en moed om de draken-machten van het kwaad die momenteel de gehele wereld in hun greep houden, te overwinnen."


Momenteel is Marc van Delft bezig alle orkestpartijen voor de verschillende instrumenten uit te schrijven. Wel heeft hij voor geïnteresseerden alvast de mogelijkheid geboden een voorproefje te krijgen van het werk.

Bladmuziek, piano uittreksel, deel 1, 2 en 3:

Lockdown 2020, deel 1, piano uittreksel

Lockdown 2020, deel 2, piano uittreksel + melodieinstrument

Lockdown 2020, deel 3, piano uittreksel

Provisorische pianoversies als luistervoorbeelden, deel 1, 2 en 3:

Aanvullende achtergrondinformatie over de drie delen:

www.marcvandelft.nl/submenu477.html

www.marcvandelft.nl/submenu478.html

www.marcvandelft.nl/submenu479.html

Naschrift: Op zaterdag 26 september heeft Marc van Delft alle drie delen op de vleugel uitgevoerd tijdens een symposium in de vrije school in Rotterdam met het thema 'De toekomst van de vrijheid'. De opnamen daarvan zijn op bovenstaande internetpagina's geplaatst.


Twee mensen die een preview hadden gekregen van LOCKDOWN 2020 schreven onderstaande reacties:

  • Werkelijk groots en zeer indrukwekkend hoe je dit hebt gemaakt en uitgedrukt in klank. Ik ben zeer onder de indruk hiervan, niet alleen de gruweldaad en de waanzin straalt ervan af maar zeker en vooral ook de woede. In één woord geniaal. Grote bewondering voor je gevoel, vakmanschap en creativiteit. In alles is te merken dat je hier iets maakt dat uit de diepte van de ziel komt. Het heeft me op bepaalde momenten ook tot tranen geroerd.

  • Het is mooi dat je net in deze tijd van de neerwaartse spiraal in de samenleving met de prachtige ontwikkeling komt in de drie delen waarin de eerste 2 delen heel zwaar en elke afwezigheid van licht en menselijkheid hebben, kortom Satanistische krachten overheersen, prachtig dat dies irae, ook! In het derde deel probeert aarzelend het licht toegang te vinden en is duidelijk nu Michael aanwezig om (wie weet?) ons te bevrijden van deze duistere krachten en stemming waar we in zitten na de eerste 2 delen. Het valt in dat deel dan ook even terug in een demonische chaos (strijd van Michaël met draak?) maar uiteindelijk weet het E groot (Het licht?) zijn weg te vinden, het voelt alsof we richting een overwinning gaan, van het licht. Het stuk volgt een hoopgevende ontwikkeling. Het klankloze digitale, ongevoelige wordt ook mooi tot uitdrukking gebracht in het 1e deel wat tot onze zelf-vernietiging kan leiden (dies Irae) maar uiteindelijk weet hopelijk Michael ons te redden van de draak, Satan, Ahriman (3e deel).

naar boven

Naar Schotland

In 1986 heb ik een bundel samengesteld met 30 zeer eenvoudige stukjes voor piano quatre-mains. Een van de werkjes was Naar Schotland. Toen ik een jaar later gevraagd werd een bundel samen te stellen voor accordeon heb ik dit stuk verder uitgewerkt. En omdat kort geleden de wens bestond voor een eenvoudig opgewekt quatre-mains stukje heb ik deze accordeonversie weer herschreven. De melodie leent zich ook om met een tekst gezongen te worden, dus wie weet?

naar boven