Nieuwsbrief Muzikale Verhalen (53)
December 2023
Beste lezer,
Medio jaren tachtig werd ik door een kennis benaderd met de vraag of ik als vrijwilliger wekelijks een muziekuur wilde verzorgen in een centrum voor dagbesteding aan mensen met een lichamelijke beperking. Ik heb toen direct toegezegd. De groep deelnemers was heel divers. Het was zoeken naar wat hun aansprak. Op een dag heb ik delen uit het Requiem van Mozart laten horen. Een man van een jaar of dertig, die vroeger orgel had gespeeld maar door een spierziekte dat niet meer kon, vertelde me na afloop over het Requiem van Fauré. Ik kende het niet. Een week later gaf hij mij een cassettebandje met de betreffende muziek. Thuis heb ik dit beluisterd en was geroerd. Dat iemand zo'n hemelse muziek kon schrijven!
Ik wens u veel lees- en luisterplezier!
Imke Jelle van Dam
Inhoudsoverzicht
Info bekostiging maandelijkse nieuwsbrief
Mocht u iemand kennen die mogelijk ook interesse heeft in deze nieuwsbrief, dan wordt het op prijs gesteld als u deze met begeleidend schrijven doorstuurt. Men kan zich dan zelf kosteloos abonneren (info).
Concertagenda
Antrovista actualiseert (bijna) dagelijks de concertagenda.
Overzicht concerten en muziekcursussen
naar boven
Gabriel Fauré (1845 – 1924)
Gabriel Fauré was een van de belangrijkste Franse componisten van zijn generatie, samen met zijn jongere tijdgenoten Debussy en Ravel. Hij was jarenlang verbonden aan de Parijse Madeleinekerk, eerst als koordirigent en later als organist. Hij schreef er onder meer zijn Requiem. Het behoort vandaag nog tot zijn meest uitgevoerde werken. Hij paste de teksten aan, ontdeed ze van het sombere karakter. Hij zag de dood als een bevrijding. Die hoopvolle, harmonische toon is in zijn Requiem duidelijk merkbaar.
naar boven
Ontstaansgeschiedenis van het Requiem
Gabriel Fauré componeerde zijn Requiem in d-mineur, opus 48 tussen 1887 en 1890. De eerste versie bestond uit vijf delen: Introitus et Kyrie, Sanctus, Pie Jesu, Agnus Dei en In Paradisum, door hem aangeduid met Un Petit Requiem. Deze werd op 16 januari 1888 in La Madeleine te Parijs uitgevoerd met Fauré als dirigent.
In 1889 werd het Hostias toegevoegd aan het Offertorium. Een jaar later werd het Offertorium verder uitgebreid en werd het Libera Me, dat al in 1877 als losstaand werk was gecomponeerd, aan het Requiem toegevoegd. Deze tweede versie, voor kamerorkest, ging op 21 januari 1893 in première, ook in de Madeleine in Parijs met Fauré zelf als dirigent.
Tussen 1899 en 1900 werd het Requiem bewerkt voor een compleet orkest. Het is niet duidelijk of deze bewerking door Fauré zelf is gemaakt of door zijn leerling Jean Roger-Ducasse, die de redactie verzorgde van de koorpartijen. Deze derde versie ging ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling op 12 juli 1900 in première in Parijs, waarbij Paul Taffanel dirigeerde.
De uitgave van 1900 voor groot koor en orkest was de meest bekende versie van het Requiem, totdat omstreeks 1980 Fauré's originele manuscript voor kamerorkest werd ontdekt door John Rutter in de Bibliothèque nationale de France te Parijs. Sindsdien hebben nieuwe uitgaven van Rutter (1984) en Jean Nectoux (1993) ervoor gezorgd dat het Requiem steeds vaker in kleinschalige bezetting wordt uitgevoerd.
Het Requiem heeft een uitvoeringsduur van ongeveer 35 minuten. Het bestaat uit zeven delen:
Introitus et Kyrie (d-mineur)
Offertorium (b-mineur)
Sanctus (Es majeur)
Pie Jesu (Bes majeur)
Agnus Dei en Lux Aeterna (F-majeur)
Libera Me (d-mineur)
In Paradisum (D-majeur)
Bovenstaande tekst is ontleend aan > Wikipedia
Zie ook 'Wat is het verhaal achter Fauré's Requiem? > NPO Klassiek
naar boven
Fauré over het Requiem
"Alles wat ik kon opbrengen op religieus gebied heb ik in het Requiem gestopt, wat bovendien het stuk domineert van begin tot eind met een groots humaan gevoel van het geloof in de eeuwige rust"
"Het is gezegd dat mijn Requiem niet de angst voor de dood uit, en iemand noemde het een slaapliedje voor de dood. Maar zo zie ik de dood, als een blijde overlevering en een streven naar de blijdschap hierboven, in plaats van een pijnvolle ervaring. De muziek van Gounod werd bekritiseerd voor de grote neiging naar humane liefdelijkheid, maar zijn natuur zei hem zich zo te voelen: de muziek die hij schreef kwam vanuit zijn hart. Is het niet nodig om de natuur van een artiest te accepteren? In mijn Requiem heb ik misschien ook instinctief een vluchtweg gezocht van wat goed en deugdelijk is, na al die jaren van het spelen van orgel op begrafenissen! Ik weet het zeker, ik wilde iets anders schrijven."
"Het requiem is zo zachtmoedig als ikzelf."
naar boven
Diverse uitvoeringen van het Requiem
Wat is de mooiste uitvoering van het Requiem van Fauré? Dat is lastig te zeggen. Misschien zijn het aantal views op YouTube een maatstaf, maar dat is geen wet van Meden en Perzen. Ik zou zeggen: oordeelt u zelf. (Aantal weergaven is afgerond op duizendtallen.)
Atlanta Symphony Orchestra & Chorus o.l.v. Robert Shaw; Judith Blegen (Sopraan), James Morris (Bariton) / 7.142.000 weergaven
Ensemble Orchestral de Paris & Choeur Accentus o.l.v. Laurence Equilbey; Karina Gauvin (sopraan) en David Bizic (bariton) / 889.000 weergaven
Radio Filharmonisch Orkest en Groot Omroepkoor o.l.v. James Gaffigan; Laurence Guillod (sopraan) en Thomas Tatzl (bariton) / 299.000 weergaven
Sinfonia Rotterdam en Laurenscantorij Rotterdam o.l.v. Conrad van Alphen; Ilse Eerens (sopraan), Martijn Cornet (bariton) en Wiecher Mandemaker (koorleider) / 247.000 weergaven
Orquesta Sinfónica de Galicia o.l.v. Víctor Pablo Pérez; María Eugenia Boix (sopraan) en Neal Davies (bariton) / 120.000 weergaven
Op YouTube staan nog meer uitvoeringen
naar boven
Welkome hulp van ChatGPT
Voor de nieuwsbrief raadpleeg ik meestal het internet voor informatie. Soms is het lastig de juiste bronnen te vinden. Dat ondervond ik een jaar geleden toen ik naar de achtergronden van de compositie Mercy van Max Richter zocht.
Sinds een paar maanden gebruik ik een enkele keer ChatGPT (Artificial intelligence) als ik via de gewone weg de gewenste informatie niet kan vinden. Daardoor kan ik op het spoor gebracht worden van bepaalde bronnen.
Op Wikipedia staat een tijdlijn met betrekking tot de ontstaansgeschiedenis van het Requiem van Fauré. Die was voor mij niet helemaal helder. Ik besloot de hulp in te roepen van ChatGPT. Graag wil ik de conversatie met jullie delen. N.B. nadat ik een vraag had ingetypt, verscheen steeds onmiddelijk het antwoord.
Hoe is de ontstaansgeschiedenis van het Requiem van Fauré?
Het Requiem van Gabriel Fauré is een van zijn bekendste werken en werd gecomponeerd tussen 1887 en 1890. Het ontstond niet als reactie op een specifieke dood of gebeurtenis, zoals sommige requiems, maar eerder als een verzameling van losse delen die Fauré in de loop van de tijd componeerde.
Fauré's Requiem verschilt opvallend van traditionele requiems, zoals die van Mozart of Verdi. In plaats van de nadruk te leggen op het dramatische en angstige karakter van de dood, koos Fauré ervoor om een meer kalme, serene en hoopvolle sfeer te creëren. Hij omvatte niet alle delen van de gebruikelijke requiemmis en voegde nieuwe teksten toe die niet traditioneel in requiems voorkwamen.
Het werk bestaat uit de volgende delen:
Introït et Kyrie
Offertoire
Sanctus
Pie Jesu
Agnus Dei
Libera Me
In Paradisum
Fauré herzag het werk meerdere keren, waarbij hij nieuwe delen toevoegde en bestaande delen aanpaste. De definitieve versie van het Requiem werd pas in 1900 voltooid.
Het is interessant op te merken dat Fauré's benadering van het requiem in contrast staat met de meer dramatische en expressieve benaderingen van zijn tijdgenoten. Zijn Requiem wordt vaak beschouwd als een van de meest intieme en meditatieve werken in het genre, en het heeft de tand des tijds doorstaan als een geliefd en veel uitgevoerd stuk in het klassieke repertoire.
Wanneer componeerde Fauré Un Petit Requiem?
Het lijkt erop dat er enige verwarring is ontstaan in je vraag. Gabriel Fauré componeerde geen werk met de titel "Un Petit Requiem." Het bekendste requiem van Fauré is simpelweg getiteld "Requiem," zoals eerder beschreven. Het is mogelijk dat er sprake is van misverstand of verwarring met betrekking tot de titel.
Als je meer specifieke informatie hebt over het werk waar je naar op zoek bent, laat het me dan weten, en ik help je graag met de beschikbare informatie.
Fauré componeerde een eerste versie van het Requiem, welke hij Un Petit Requiem noemde. Deze bestond uit vijf delen: Introïtus et Kyrie, Sanctus, Pie Jesu, Agnus Dei en In Paradisum. Wanneer is hij daarmee begonnen?
Mijn excuses voor het eerdere misverstand. Je hebt gelijk, en ik waardeer je verduidelijking. Fauré begon inderdaad met een vroege versie van zijn Requiem, die hij "Un Petit Requiem" noemde. Hij begon met componeren in 1887 en voltooide de eerste versie in 1888. Deze vroege versie bestond inderdaad uit de vijf delen die je hebt genoemd: Introitus et Kyrie, Sanctus, Pie Jesu, Agnus Dei en In Paradisum.
Na de voltooiing van deze versie bleef Fauré aan het werk en herzag hij het Requiem in de loop van de jaren. Uiteindelijk resulteerde dit in de definitieve versie van het Requiem, dat in 1900 werd voltooid. In de latere versie voegde Fauré onder andere het Offertoire en het Libera Me toe aan het werk.
Bedankt voor de correctie, en ik hoop dat dit je vraag beantwoordt.
Bovenstaande reactie op mijn vraag lijkt door een mens te zijn gegeven, maar niets is minder waar. Ik stuurde bovenstaande conservatie aan een antroposofische kennis. Hij stuurde mij onderstaande reactie, waarbij ChatbotGPT op een heel eerlijke manier over 'zichzelf' spreekt.
ChatGPT gebruikt "ik" in zijn antwoorden omdat het model is ontworpen om te reageren alsof het de persoonlijke ervaringen en meningen van een gesprekspartner deelt. Dit is een manier om de interactie natuurlijker te laten aanvoelen en de illusie van een meer menselijke conversatie te creëren. Het gebruik van "ik" helpt om antwoorden te formuleren alsof ze afkomstig zijn van een individu, zelfs al is ChatGPT eigenlijk een machine learning-model zonder eigen bewustzijn.
naar boven
Beethoven - Een biografie (8)
[Bron: Een Biografie van Ludwig van Beethoven (1770–1827) door Jan Caeyers]
Ondanks het ‘mislukken’ van de Josephcantate (zie vorige nieuwsbrief) – het stuk werd pas in 1884, meer dan een halve eeuw na zijn dood voor het eerst uitgevoerd – kreeg Beethoven enkele maanden later weer een grote opdracht: het componeren van een werk naar aanleiding van de troonsbestijging van keizer Leopold II. Ook dit werk was hetzelfde lot beschoren: het werd niet uitgevoerd. Het stuk voldeed niet aan het verwachtingspatroon van de uitvoerende musici, zodat zij zich er niet goed raad mee wisten. Ongetwijfeld heeft het muziekwerk mankementen. “Vooral de mooiste stukken zijn te lang, en de beste vondsten – bijvoorbeeld het openingsstuk – hollen zich door de herhaling uit. Maar toch gaat er een grote aantrekkingskracht van uit, al was het maar omdat zijn de embryo’s zijn van de latere grote Beethovenwerken.”
naar boven
Gids voor orkestmuziek (26): Bach (16)
Concert voor twee violen in d (1720; 20 min)
Vivace - Largo - Allegro ma non tanto
Over de oorspronkelijkheid van dit concert bestaat geen twijfel. Waarschijnlijk heeft Bach van dit zowel als van andere vioolconcerten een bewerking voor klavecimbel gemaakt. Maar het is voor de twee violen hoogst origineel geschreven en de nakomende generaties hebben er een klassiek voorbeeld aan gehad. Uit een krachtig, fier hoofdthema ontwikkelt zich een rijkdom aan thematisch-technische fantasie, een wisselspel en een samengaan van beide solisten, en dat met steeds nieuwe varianten en ideeën, al of niet in fugatische vormen en imitaties. Het orkest begeleidt hoofdzakelijk. Deel twee, het largo, heeft twee thema's. De tweede viool begint met een rustige, vredige solozang welke door de eerste viool wordt nagebootst: een 'kerkelijk' largo. Stormachtig daartegenover is het thema van het daaropvolgende allegro, een snel candanserend stuk met polyfone verwikkelingen dat slechts door twee gelijkwaardige meesters kan worden uitgevoerd.
naar boven
Die Matthäus Passion (9)
Auteur: Lou van Strien (1899-1944)
- Weinig werken der muziekliteratuur ... (deel 1)
- Niet altijd is de populariteit ... (deel 2)
- Toen Bach in het najaar van 1728 met de compositie ... (deel 3)
- Doch alvorens Bach die functie kon aanvaarden ... (deel 4)
- Tot 1723 is Bach te Cöthen gebleven, toen ... (deel 5)
- In Beybehaltung guter Ordnung in denen Kirchen ... (deel 6)
- Als Bach, gelijk de geschiedenis wil, vijf volledige ... (deel 7)
- Op het oogenblik waarop Bach zich in de herfst... (deel 8)
Picander’s triviale dichtkunst zal Bach niet uitzonderlijk geïmponeerd hebben, nog minder de omstandigheid dat Henrici zijn literaire werkzaamheid hoofdzakelijk gebruikte om verbetering van zijn maatschappelijke positie te verwerven – een opzet, waarin hij uiteindelijk ook is geslaagd. Veeleer ligt het vermoeden voor de hand, dat de gerijpte musicus den jongen dichter als een werktuig heeft gebruikt om zijn denkbeelden aangaande cantate- en passie-teksten vorm te geven. En tot dat doel was Picander bij uitstek geschikt, hij volgde Bach’s aanwijzingen willig op en zoo is tusschen hem en den Thomascantor vanaf het jaar 1724 een nauwe samenwerking geboren, waaraan tal van cantate-teksten hun ontstaan te danken hebben. Met betrekking tot de Matthaeuspassie heeft deze collaboratie de schoonste vruchten gedragen, hier is Picander als dichter en librettist ook fortuinlijker dan ooit geweest.
(Volgende delen van deze feuilleton in de komende nieuwsbrieven)
naar boven
Een leuke vraag
Aan het eind van de zomervakantie kreeg ik een bestelling van mijn compositie Requiem in C mineur voor 2 violen en cello. Het betreft een ingedikte versie van het oorspronkelijke strijkkwartet. Dit heeft in de kleinere bezetting als consequentie dat er bij de violen soms dubbelgrepen toegepast moeten worden. Een paar weken geleden kreeg ik het verzoek of er geschrapt kon worden in de dubbelgrepen voor een betere speelbaarheid. Voorts of de tweede viool vervangen kon worden door een altviool. Dit was een leuke vraag. Hoe behoud je ondanks vereenvoudiging toch het karakter van het stuk. De oplossing was eenvoudig: de tweestemmigheid breken tot een melodie waarin per noot afwisselend naar de bovenste en naar de onderste lijn gesprongen wordt.
Voorbeeld van de tweede viool in de reprise van het thema:
gewijzigd in een eenstemmige partij voor de altviool:
En hoe klinkt dit fragment met de andere twee instrumenten erbij?
De eerdere versie voor 2 violen en cello:
De vereenvoudigde versie voor viool, altviool en cello:
naar boven