menu

Nieuwsbrief Muzikale Verhalen (60) 

Juli 2024  

Beste lezer,

Kort na het verzenden van de vorige nieuwsbrief ging ik naar een begrafenis van een musicus die ik nog van vroeger kende uit de vrijeschoolperiode van onze kinderen. De muziek werd verzorgd door het kamerorkest waar zij deel van had uitgemaakt. Op het repertoire stonden onder meer De Roemeense volksdansen 2, 3 en 4 van Béla Bartók, die door mij als indrukwekkend ervaren werden. Kortom, in deze nieuwsbrief meer over deze dansen en over de componist.

Ik wens u veel lees- en luisterplezier!

Imke Jelle van Dam


Inhoudsoverzicht


Info bekostiging maandelijkse nieuwsbrief

Mocht u iemand kennen die mogelijk ook interesse heeft in deze nieuwsbrief, dan wordt het op prijs gesteld als u deze met begeleidend schrijven doorstuurt. Men kan zich dan zelf kosteloos abonneren (info).


Concertagenda

Antrovista actualiseert (bijna) dagelijks de concertagenda.

Overzicht concerten en muziekcursussen

naar boven

Béla Bartók (1881 – 1945)

Béla Bartók was een Hongaars componist en concertpianist. Hij wordt beschouwd als een van de belangrijkste componisten van de twintigste eeuw. Bartók maakte samen met Zoltán Kodály nauwgezette transcripties van Oost-Europese volksmuziek, die een inspiratiebron vormden voor het merendeel van zijn composities. Bartók leerde zichzelf componeren door partituren te lezen. In zijn vroege werken stond hij sterk onder invloed van werken van Berlioz, Liszt en Richard Strauss. Hij kreeg internationale bekendheid en maakte vele concertreizen door Europa. Ook in Nederland werd zijn werk vanaf het begin van de jaren twintig veelvuldig uitgevoerd.


Geschiedenis van de westerse muziek:

Hedendaagse muziek / Gecomponeerde muziek en volksmuziek / Béla Bartók

Achtergrondinformatie bij genoemde muziekvoorbeelden

naar boven

Roemeense volksdansen 1 t/m 6

Zes Roemeense volksdansen is een suite van zes korte pianowerken gecomponeerd door Béla Bartók in 1915. In 1917 bewerkte hij het voor kamerorkest. Deze dansen zijn gebaseerd op zeven Transsylvanische thema's, die oorspronkelijk op de viool of kaval werden gespeeld. Aanvankelijk heette het werk Roemeense volksdansen uit Hongarije , maar Bartók veranderde de naam toen Transsylvanië in 1918 werd herenigd met Roemenië.

Meer info op wiki

Béla Bartók - Romanian Folk Dances for String Orchestra Sz.56 BB 68

naar boven

Beethoven - Een biografie (15)

[Bron: Een Biografie van Ludwig van Beethoven (1770–1827) door Jan Caeyers]

In het voorjaar van 1796 verbleef Beethoven drie maanden in Praag, waar hij enkele concerten gaf en stukken heeft gecomponeerd voor de achttienjarige ]osephine von Clary, de dochter van een van de belangrijkste aristocraten van de stad. Het betreft Twee Sonatines, een Adagio en een Andante con Variazioni (WoO 43 en 44) voor de combinatie van mandoline met een cembalo. Josephine von Clary was niet alleen een vrijetijdsmandoliniste, zij was vooral een getalenteerde zangeres, en dat moet Beethoven in veel hogere mate hebben gecharmeerd. Daarom componeerde hij voor haar de groots opgevatte concertaria Ah! Perfido (op. 65). We weten niet of Josephine deze aria ooit met publiek heeft gezongen. Het is enkel bekend dat de vermaarde zangeres ]osepha Duschek er later in het jaar mee uitpakte tijdens een concert in Leipzig.

Beethoven - Mandolin Works, WoO. 43-44 (Sheet Music)

Beethoven: "Ah! Perfido" scena and aria for soprano and orchestra, Op. 65 (with Score)

naar boven

Gids voor orkestmuziek (33): Joseph Haydn (6)

Symfonie no. 94 in G 'mit dem Paukenschlag' (1791; 20 min.)

Adagio cantabile. Vivace assai - Andante - Menuetto, allegro molto - Allegro di molto

De Symfonie 'met de paukenslag', ook wel Surprise genoemd, is de derde van het dozijn dat Haydn voor Londen schreef. De legende wil, dat Haydn de beroemde fortissimo paukenslag, waaraan eigenlijk het gehele orkest deelneemt, in het rustige en innig gespeelde andante heeft toegepast om de licht sluimerende ladies and gentlemen aan het schrikken te maken. Die slag heeft overigens zo ingeslagen, dat latere componisten er een bruikbaar orkestraal effect in hebben gezien en hem dankbaar hebben nagebootst. Doch ook zonder de anekdotische uitleg is deze symfonie een der schoonste uit Haydns oeuvre, al is die paukenslag mede oorzaak van haar uitzonderlijke populariteit. De gebruikelijke, ditmaal korte, gespannen, zangerige inleiding herinnert met haar chromatiek en stemming aan Haydns oratorium Die Jahreszeiten. Herinneringen aan zijn andere symfonieën komen we in dit werk ook tegen. Vele componisten die (in gunstige zin) veelschrijvers waren, herhalen zich bewust of onbewust in concrete toonfiguren zowel als in uitdrukking en sfeer. Het direct daarop aansluitende allegro heeft een hoofdthema dat een landelijke herkomst verraadt. Een frisse verkwikkende melodie (in de violen) welke meer dan het wel eveneens vrolijke tweede thema aanleiding gaf tot een schitterende ontwikkeling. Een fonkelend spel van motieven en motiefdelen. In het andante met de vervaarlijke paukenslag benut Haydn een kinderlijke melodie, een volkswijsje uit Sudetenland. Een thema voor vier variaties welke in alle eenvoud en duidelijke volgbaarheid reeds scherp een 'romantische' harmonisering aantonen. In het menuet gaat het vrolijk toe. Dat komt ook door het volle accent op de derde tel van het thema waardoor een amusant effect ontstaat. Bovendien wordt het thema door viool en fagot met grappige trillers gespeeld. Het trio is uit hetzelfde melodisch materiaal als dat van het menuet opgebouwd. De finale opent met een volksliedachtig, landelijk hoofdthema. Het heeft iets van Mozart zowel in opzet en bewerking als in expressie. Kostelijk is het neventhema, deinend op een grappige basfiguur. Een joviale, landelijke rondedans.

Luistervoorbeeld derde Londense symfonie met partituur

12 Londense symfonieën (Wikipedia)

naar boven

Die Matthäus Passion (16)

Auteur: Lou van Strien (1899-1944)

De koorzangers, waarover Bach kon beschikken, werden gevormd uit de interne leerlingen der Thomasschool, de zoogenaamde "alumni". Hun aantal beliep ten hoogste vijf en vijftig en uit het feit dat de Thomascantor met dit aantal vocalisten niet minder dan vier koren diende te vormen, kan men afleiden dat elk ensemble slechts over een zeer matige bezetting heeft beschikt. Daar Bach hoofd­zakelijk in de Thomas- en de Nicolaikerk moest werken - in de Nieuwe Kerk en de Peterskerk was de muziek in de eeredienst tot een minimum beperkt - bezette hij de koren voor die beide gods­huizen uiteraard met de beste krachten waarover hij kon beschikken. Van het engageeren van hulpkrachten was geen sprake. In vroegere tijden had men aan de Thomasschoolleerlingen met mooi stemmate­riaal gaarne boven het officieele aantal alumni toegelaten en ook was het dan Cantor toegestaan uit het stedelijk studentencorps hulp­krachten te werven voor het orkest en als mannenstemmen in het koor. Maar die faciliteiten waren uit zuinigheidsoverwegingen sinds lang afgeschaft en reeds Bach's voorganger te Leipzig, de Thomascantor Johann Kuhnau, heeft in menig adres aan den stedelijken raad over het gebrek aan goede en voldoende zangers en instrumentalisten geklaagd. Zonder resultaat evenwel, want ook Bach moest zich voor zijn instrumentale apparaat behelpen met de acht man, waaruit het ensemble der Leipzigsche "Stadtpfeifer" was samengesteld. Waar de meester doorgaans achttien à twintig man voor zijn orkest noodig had, was hij dus aangewezen op de medewerking van eigen leer­lingen. En aan een meer als drievoudige bezetting van zijn koren was, dat ligt voor de hand, in het algemeen ook niet te denken. Al zijn wij in dat opzicht dan ook niet precies ingelicht, het lijkt toch alleszins waarschijnlijk en aannemelijk dat onder deze omstan­digheden de eerste versie der Matthaeuspassie er heel anders zal hebben uitgezien dan de lezing, waarin wij dat werk thans kennen. Zeker is het dat de groote koraalfantasie "0 Mensch, bewein dein Sünden gross" aanvankelijk niet tot de Matthaeus-muziek behoorde: zij fungeerde eerst als inleiding tot de Johannespassie en werd door den componist pas veel later aan de partituur van zijn Matthaeus­passie toegevoegd.

(Volgende delen van deze feuilleton in de komende nieuwsbrieven)

naar boven