menu

Nieuwsbrief Muzikale Verhalen (64) 

November 2024  

Beste lezer,

"Op zoek naar de woede in de compositie van Andriessen", staat als kop boven een recensie van Peter van der Lint in Trouw (13 oktober 2024) over een concert door het Rotterdams Philharmonisch Orkest, gedirigeerd door John Adams. Een lovend artikel dat in deze nieuwsbrief centraal staat.

Ik wens u veel lees- en luisterplezier!

Imke Jelle van Dam


Inhoudsoverzicht


Info bekostiging maandelijkse nieuwsbrief

Mocht u iemand kennen die mogelijk ook interesse heeft in deze nieuwsbrief, dan wordt het op prijs gesteld als u deze met begeleidend schrijven doorstuurt. Men kan zich dan zelf kosteloos abonneren (info).


Concertagenda

Antrovista actualiseert (bijna) dagelijks de concertagenda.

Overzicht concerten en muziekcursussen

naar boven

John Adams (1947)

John Adams is een Amerikaanse componist en dirigent. Hij schreef koorwerken, werken voor orkest en opera's. John Adams is een vertegenwoordiger van de stijl die minimalistische muziek genoemd wordt. De compositie van Adams' On the Transmigration of Souls, een koorwerk ter herdenking van de slachtoffers van de terreuraanvallen op 11 september 2001, won de Pulitzer-prijs voor muziek in 2003. Met name de Nederlandse dirigent Edo de Waart zette zich in om John Adams' composities uit te voeren. Adams heeft het boek Hallelujah junction: Composing an American life geschreven, waarin hij zelf vertelt over zijn leven en hoe hij tot bepaalde composities is gekomen. In 2019 kreeg hij de Erasmusprijs uitgereikt. Volgens de jury heeft Adams de hedendaagse klassieke muziek weer 'verstaanbaar' gemaakt. Hij schreef 6 opera’s, 2 oratoria, 1 ballet, 26 orkestwerken, 12 kamermuziekwerken en 5 pianostukken.

Wikipedia

Muziekvoorbeelden

On the Transmigration of Souls at the BBC Proms 2003

naar boven

Adams dirigeert Adams

Enkele (ingekorte) fragmenten uit de recensie van Peter van de Lint in Trouw over het concert op 11 oktober 2024 in Rotterdam.

In meerdere opzichten was dit best een heel bijzonder concert. Niet in de laatste plaats vanwege de puike uitvoering van het programma zelf. Niemand minder dan de Amerikaanse componist John Adams – 77 inmiddels, en in 2019 laureaat van de Erasmusprijs – kwam naar het Rotterdams Philharmonisch Orkest (RPhO) om daar eigen werk uit te voeren. En nog specialer: hij dirigeerde eerst De Staat van Louis Andriessen.

Het was de eerste keer dat Adams het iconische stuk van zijn Nederlandse kompaan in diens eigen land dirigeerde. Over De Staat heeft Adams ooit gezegd dat dit het enige werk van een ander is dat hij graag zelf gecomponeerd zou hebben. Adams werd geattendeerd op Andriessens muziek door Edo de Waart (voormalig chef in Rotterdam), toen die chef-dirigent was bij het San Francisco Symphony Orchestra. In die periode componeerde Adams zijn orkestwerk Harmonielehre (1985) voor De Waart en zijn Amerikaanse orkest. En na de pauze stond juist dit andere iconische werk op de lessenaars in Rotterdam.

Andriessen gebruikte van de geijkte orkestinstrumenten de altviool, de hobo, de hoorn, de trompet, de trombone (van elk vier stuks) en twee harpen. Daar voegde hij drie elektrische gitaren aan toe, twee piano’s en vier elektronisch versterkte zangeressen.

In de meedogenloze en keiharde dynamiek viel elke nuance weg, precies zoals Andriessen wenste. Adams en de RPhO-musici bleven ritmisch soms maar nét bij elkaar (dat alleen is al een overwinning), en haalden in de virtuoze en superstrakke uitvoering mooi de woede naar boven die Andriessen in het stuk stopte.

Uit eenzelfde soort, doch iets mildere woede ontstond Adams’ Harmonielehre. Het stuk is vernoemd naar het beruchte muziektheoretische geschrift van Arnold Schönberg, de componist die de tonaliteit voorgoed vaarwel zei. Adams’ compositie is als het ware een pamflet tegen die ontwikkeling. In drie symfonische delen voor groot symfonieorkest laat Adams de aloude tonaliteit naar hartenlust schallen en stralen.


De Staat - Louis Andriessen

John Adams - Harmonielehre (1985) for orchestra

naar boven

Beethoven - Een biografie (19)

[Bron: Een Biografie van Ludwig van Beethoven (1770–1827) door Jan Caeyers]

Beethoven voelde zich vaak aangetrokken tot de jonge adellijke da­mes aan wie hij pianoles gaf, of aan de zangeressen die hij begeleidde. Het staat vast dat de zangeres­sen Josephine von Clary en Christine von Gerhardi en de pianiste Bar­bara (Babette) von Keglevics op meer dan gewone sympathie konden rekenen. Vooral Babette Keglevics, die na haar huwelijk als vorstin Odescalchi door het leven ging, mocht zich verheu­gen in de opdracht van een aantal composities, zoals de Sonate in Es (op. 7), het Eerste pianoconcerto (op. 15), de Variaties op een thema van Salieri (WoO 73) en de Zes variaties in F (op. 34).

Van de Pianosonate in Es heeft Czerny gezegd dat die 'in een zeer hartstochtelijke stemming' geschre­ven was. Later kreeg deze sonate in Wenen de bijnaam 'Die Verliebte'.


Sonate in Es (op. 7)

Eerste pianoconcerto (op. 15)

Variaties op een thema van Salieri (WoO 73)

Zes variaties in F (op. 34)

naar boven

Gids voor orkestmuziek (37): Joseph Haydn (10)

Pianoconcert in D op. 37 (1767; 23 min.)

Vivace - Larghetto - Rondo all' ongharese

Haydns concerten hebben niet de betekenis van zijn sym­fonieën. Hij was zelf maar een matig speler en had weinig interesse voor het klavier, hoewel hij toch nog ruim dertig pianosonaten schreef. Maar de pianistiek bracht hij er niet mee vooruit, en virtuositeit lag hem ver. Alles bijeen com­poneerde hij veertien of vijftien pianoconcerten en concert­stukken (dat zijn eendelige beknopte concerten, gewoonlijk in de vorm van het eerste deel, in de zgn. hoofdvorm). De meeste ervan staan in de kamermuziekstijl, drie worden er tegenwoordig weer regelmatig uitgevoerd, vooral dat in D-dur, dat als het gaafste en typisch Haydns is aangerekend. Want al kon Haydn niet zoals Mozart de techniek verrijken, aan inval, harmonische kleur, vivaciteit en verrassende en gedurfde modulaties (vrij plotselinge overgangen naar een andere toonsoort) is het minstens gelijkwaardig aan, zo niet oorspronkelijker dan soortgelijke werken van de andere grootmeesters uit die dagen. - Het eerste deel heeft de ge­bruikelijke vorm met een levendig gracieus hoofdmotief, zuiver instrumentaal gedacht. Het tweede deel heeft een bijzonder mooie melodie met ranke versieringen. Het rondo is een kostelijke muzikale scherts in de trant van Hongaarse motieven met het landeigen ritme, en de korte voorslag­motiefjes, de imitatie-tromfiguren van de Turkse stijl die destijds in Wenen vooral mode was. Mozart deed het in zijn vioolconcerten en in het laatste deel van zijn bekende Pianosonate in A grote terts; Beethoven deed het in verschil­lende werken en schreef zelfs een Turkse Mars.

Luistervoorbeeld met partituur

naar boven

Die Matthäus Passion (20)

Auteur: Lou van Strien (1899-1944)

Deze nieuwe opvatting van den taak der muziek riep begrijpelijker­wijze ook een wijziging te voorschijn in het karakter der muziek­zelve. In de kerk was zij als het ware de verklanking van het woord Gods geweest, thans werd de muziek een amusementsobject. Het contact, dat er door de openbare muziekpraktijk ontstond tusschen uitvoerder en hoorder, maakte ook dat men geleidelijk de voorkeur ging geven aan bevattelijke, onderhoudende en gemakkelijk-aan­sprekende muziek, waar men vroeger de strenge en verheven stijl de palm had toegekend. In plaats van de collectiviteit, in plaats van de gemeenschap der geloovigen, kwam thans de mensch als indi­vidu in het volle licht der openbaarheid te staan en dat moest nood­zakelijkerwijze uiting vinden in een gewijzigde uitdrukking. Zoo ontstond dan nog bij Bach's leven de zoogenaamde "galante" stijl, waarin het gevoel overheerschte en de menschelijke sentimenten den toon aangaven. In de middeleeuwen en ook nog veel later was de scheppende kunstenaar als het ware achter zijn werk teruggetre­den en had hij - daartoe ook al gedwongen door zijn ondergeschikte positie van kerkmusicus of muzikaal hofbediende - geen neiging gevoeld zichzelf in zijn kunst op den voorgrond te stellen. Die anonymiteit wordt in den galanten stijl verlaten: de muziek wil thans in de eerste plaats de persoonlijke sentimenten, de opvattingen en de gemoedstoestanden van den scheppenden kunstenaar schil­deren. Er ontstaat een affect-kunst, die veel minder aandacht be­steedt aan den vorm dan aan den inhoud, welke voortdurend sub­jectiever, persoonlijker, wordt. Zoo bereidt zich langzamerhand en na tal van stadia te hebben doorloopen, de muzikale romantiek voor en nog bij Bach's leven zien wij de strenge vormkunst van vele eeuwen plaats maken voor den nieuwen, totaal anders-gerichten, stijl. Voor een genie als Bach kon de affectkunst weinig of geen aan­trekkingskracht bezitten. Hij is als scheppend kunstenaar onver­brekelijk verbonden met het glorieuze verleden, zijn historische taak ligt in de samenvatting en bekroning van hetgeen generaties vóór hem hadden totstandgebracht. In zijn kunst sublimeert alles wat eeuwen lang op het gebied der muziek is gewrocht en met zijn optreden sluit de muziekgeschiedenis opnieuw een tijdperk af. In 's meesters zoons zal de nieuwe kunst reeds vertegenwoordigers van beteekenis vinden en de artistieke afstand tusschen vader en kinderen is in beider werk ook heel duidelijk zichtbaar geworden. Hij is er oorzaak van, dat de zoons in den genialen vader niet veel meer dan een reactionnair zien, een star muzikaal dogmaticus, een "oude pruik", zooals Johann Christian, Bach's jongste zoon, zijn vader eens noemde. De tijdgeest stelt dien uitspraak in het gelijk, hij wendt zich steeds meer van Bach's muziekideaal af en eert den kunstenaar tenslotte alleen nog als een geleerd, maar voor de levende muziekpraktijk waardeloos, contrapuntist.

(Volgende delen van deze feuilleton in de komende nieuwsbrieven)

naar boven